Tweeluik over kleine t-trauma
Deze blog is onderdeel van een tweeluik over kleine t-trauma.
Wil je eerst begrijpen wat kleine t-trauma is en hoe je het herkent? Lees dan deel 1: Kleine t-trauma: de impact van jeugdervaringen op je volwassen leven
In essentie
- Wat is kleine t-trauma? Het gaat om herhaalde, relationeel onveilige ervaringen die misschien klein lijken, maar een grote invloed hebben op je ontwikkeling.
- Symptomen van kleine t-trauma zie je vaak terug in je lichaam, je emoties, je relaties en de patronen waarmee je je staande houdt.
- Veelvoorkomende signalen zijn stressklachten, emotionele overspoeling of afvlakking, moeite met vertrouwen, negatieve overtuigingen over jezelf en beschermend gedrag zoals vermijden of pleasen.
- Waarom patronen ontstaan: ze zijn ooit ontwikkeld als bescherming, zodat je de overweldigende gevoelens uit de kern niet opnieuw hoeft te voelen.
- Het cirkelmodel van kleine t-trauma laat zien hoe de gevolgen zich van binnen naar buiten ontvouwen: van zenuwstelsel en emoties, via relaties, naar patronen en gedrag.
- Therapie bij kleine t-trauma richt zich op al deze lagen tegelijk, zodat je van binnenuit kunt herstellen en meer vrijheid ervaart in je leven.
Hoe vroege jeugdervaringen hun sporen nalaten
Kleine t-trauma laat zich niet alleen voelen op het moment zelf, maar werkt door in hoe je zenuwstelsel zich ontwikkelt, hoe je emoties verwerkt en welke overtuigingen en patronen je vormt.
In de eerste blog zagen we hoe kleine t-trauma in de kindertijd ontstaat. Het gaat vaak om ervaringen die op zichzelf misschien niet levensbedreigend lijken, maar die wél relationeel en emotioneel ingrijpend zijn: herhaald buitensluiten, pesten, subtiele maar terugkerende afwijzing, een ouder die emotioneel niet beschikbaar is, of een scheiding waarin je je verlaten voelde. Omdat kinderen nog volop in ontwikkeling zijn, raken zulke ervaringen direct verweven met hun groeiende zenuwstelsel en hun vermogen om emoties te reguleren (1, 2).
Een kind vindt manieren om met die pijn om te gaan. Het ontwikkelt overtuigingen over zichzelf en de wereld, relationele besluiten over veiligheid, en gedragsmatige patronen zoals perfectionisme of pleasegedrag. Deze aanpassingen helpen om het dagelijkse leven draaglijk te maken, maar kunnen later in het volwassen leven star en beperkend worden (3, 4).
In dit tweede deel onderzoeken we hoe die vroege sporen zich uiten op volwassen leeftijd: in je lichaam, in je emoties, in je relaties en in hoe je jezelf ervaart.
Symptomen van kleine t-trauma
In de Emotion-Focused Therapy (EFT) literatuur (1, 2, 3, 4) wordt beschreven dat kleine t-trauma niet leidt tot één enkel klachtenbeeld, maar tot een breed scala aan symptomen die zich op meerdere lagen van functioneren manifesteren: lichamelijk, emotioneel, relationeel, cognitief en gedragsmatig. Concreet betekent dit dat je het kunt merken in je lichaam, in hoe emoties zich laten voelen, in de manier waarop je relaties ervaart, in je overtuigingen over jezelf en in de patronen die je hebt ontwikkeld om je staande te houden.
1. Lichamelijke / stress-gerelateerde signalen
De manier waarop het zenuwstelsel overspoeld raakt en spanning zich vastzet in het lichaam, zichtbaar in klachten als slapeloosheid, hoofdpijn of gespannen spieren.
- Chronische gevoelens van angst, spanning of onrust
- Lichamelijke spanning en stressklachten (hoofd-, buik-, spierklachten)
- Overgevoeligheid voor signalen van afwijzing of kritiek (hyperarousal)
- Somberheid of depressieve klachten als gevolg van langdurige onderdrukking
2. Affectieve en emotionele consequenties
Angst, schaamte, verdriet of machteloosheid die je moeilijk kunt hanteren.
- Moeite met emotieregulatie (te sterke emoties of juist afvlakking/onderdrukking)
- Terugkerende gevoelens van angst, schaamte, schuld of machteloosheid
- Intens verdriet of boosheid dat niet passend lijkt bij de huidige situatie (emotional residues)
- Emotionele verlamming of dissociatie bij triggers
3. Relationele en interpersoonlijke gevolgen
Moeite met vertrouwen, je niet veilig voelen in nabijheid of bang zijn voor afwijzing, en hoe dit doorwerkt in latere relaties.
- Moeite met nabijheid of afhankelijkheid, terugkerend conflict in relaties
- Problemen met vertrouwen en intimiteit (vermijding of claimend gedrag)
- “Attachment injuries” – situaties waarin iemand zich verlaten, afgewezen of verraden voelde, die blijven doorwerken in latere relaties
4. Cognitieve schema’s en overtuigingssysteem
Diepgewortelde ideeën over jezelf en de wereld (“ik ben niet goed genoeg”, “anderen zullen mij afwijzen”), die je gedrag en zelfbeeld blijvend beïnvloeden.
- Negatieve zelfbeelden
- Rigiditeit in zelfconcept, moeite met zelfcompassie.
- Herhalende innerlijke kritische stemmen
5. Gedragsmatige patronen en strategieën
Aanpassingsgedrag zoals vermijden, perfectionisme en pleasing.
- Vermijden van emoties of situaties die sterke emoties oproepen
- Overmatige aanpassing, perfectionisme of please-gedrag, bedoeld om afwijzing te voorkomen.
- Moeite om eigen behoeften te herkennen en uit te spreken
Samengevat ziet dat er als volgt uit:

Wanneer je de gevolgen van kleine t-trauma in hun samenhang bekijkt, zie je een opbouw van binnen naar buiten. In de kern liggen de diepe emotionele ervaringen en de sporen die ze in je zenuwstelsel hebben nagelaten (emotionele gevolgen en lichamelijke stresssignalen). Vervolgens ontwikkel je in de relationele laag besluiten over veiligheid en contact. Uit die besluiten ontstaan de cognitieve schema’s en overtuigingen, en helemaal aan de buitenkant de gedragsmatige patronen waarmee je probeert jezelf te beschermen.
Door in therapie met al deze lagen te werken, kun je stap voor stap terugvinden wat er onder de beschermlagen ligt, en kan herstel van binnenuit beginnen.

Samen laten deze cirkels zien hoe kleine t-trauma doorwerkt op verschillende lagen van je bestaan.
Je kunt het zien als drie cirkels: aan de buitenkant hoe je je aanpast en gedraagt, daarbinnen hoe je relaties ervaart, en in de kern hoe je emoties en zenuwstelsel geraakt zijn. In therapie werk je met al deze lagen, zodat verandering van binnenuit kan groeien en zich naar buiten kan vertalen.
Traumaverwerking bij kleine t-trauma: drie lagen van herstel
Kleine t-trauma werkt dus door op meerdere lagen van je bestaan. In therapie kijken we daarom niet alleen naar je gedrag of gedachten, maar ook naar de relationele wonden en de emotionele sporen die zich in je zenuwstelsel hebben vastgezet. Samen vormen deze drie lagen de basis voor herstel.
- De fysieke laag (onverwerkte ervaringen en het zenuwstelsel)
- De relationele laag
- De laag van overlevingsstrategieën en hechtingspatronen
Hieronder wat meer over het werk op iedere laag. Ik ga bij de beschrijving uit van therapie gericht op volwassen mensen, die in hun kindertijd structureel en gedurende langere tijd relationeel nare ervaringen hebben opgedaan.
1. Fysieke én emotionele laag
Het zenuwstelsel draagt de lading van onverwerkte emoties. Gevoelens die als kind te groot waren om te doorleven – zoals angst, verdriet of boosheid – blijven als spanning of onrust opgeslagen in het lichaam. Het autonome zenuwstelsel blijft hierdoor in een staat van chronische activatie, wat zich uit in een verstoorde stress-respons en moeilijkheden met zelfregulatie (5, 6).
Herstel vraagt daarom om het veilig toelaten en doorwerken van emoties: pas als de emotionele lading verwerkt wordt, kan het zenuwstelsel weer tot rust komen.
2. Relationele laag
De negatieve ervaringen doen zich voor in een relatie: er is sprake van een breuk in vertrouwen en verbinding. Deze relationele wond is vaak gevuld met emoties als verdriet en boosheid, maar ook is er sprake van emoties als schuld- en schaamtegevoelens. Dit zijn sociale emoties die sterk ingrijpen op het zelfbeeld (1, 3, 7). Naast het vertrouwen in anderen dat beschadigd raakt, is er ook vaak een wantrouwen naar jezelf toe.
Heling vraagt om het doorwerken van de sleutelervaringen waarin deze relationele wonden ontstonden. En het opdoen van nieuwe relationele ervaringen waarin vertrouwen, nabijheid en keuzevrijheid centraal staan.
Waarom er een negatief zelfbeeld ontstaat bij complex trauma
Bij ernstig complex trauma in de kindertijd kom je als kind in een innerlijk conflict. De ouder (verzorger, leraar, …) van wie je afhankelijk bent van zorg en je bestaan, is beangstigend en bedreigend voor je. Als je deze werkelijkheid tot je bewustzijn door laat dringen, dan ben je onveilig. Een kind kan dit innerlijk conflict oplossen door zichzelf ‘fout’ of ‘slecht’ te maken om het beeld van zijn ouder ‘goed’ en daarmee veilig te houden. Op die manier maakt het de situatie draaglijk voor zichzelf.
“Ik ben ‘fout’ zodat jij ‘goed’ kunt blijven.”
Dit kind heeft als volwassene een enorme klus om zijn zelfbeeld weer met de werkelijkheid in overeenstemming te brengen, omdat hij een gevoel met zich meedraagt dat hij ‘slecht’ is.
3. Patronen en overtuigingen
Om te overleven heb je patronen ontwikkeld: jezelf klein maken of juist groter, altijd zorgen voor de ander, alles perfect willen doen…. De laag van overlevingsstrategieën en hechtingspatronen gaat over besluiten die je als kind nam om overeind te blijven (8). Het gaat over hoe je jezelf bent gaan beschermen (9).
Die patronen bieden dus een houvast en veiligheid, maar ze maken ook dat je niet meer flexibel en vrij bent om je gedrag aan te passen. Het worden vaak rigide patronen en zijn een weergave van hoe je het trauma tot op de dag van vandaag in je volwassen leven leeft. Herstel betekent: patronen leren herkennen, triggers doorzien, de onderliggende emoties toelaten en nieuwe keuzes te maken die beter passen bij wie je nu bent.
Ontwikkeltaken
Een ander gevolg van complex trauma kan zijn dat je als kind zo gefocust bent geraakt op je overlevingsstrategieën, dat je helemaal niet toe komt aan andere ontwikkelingstaken die op een bepaalde leeftijd van belang zijn. Denk aan de jongen die iedere dag snel uit school naar huis gaat om er voor zijn zieke moeder te zijn: hij heeft geen tijd om te spelen met vrienden. Of het meisje dat zich steeds klein en stil houdt omdat haar zusje, die gepest wordt, niks kan hebben. Afhankelijk van welke taken zijn blijven liggen, zul je hier soms later alsnog een inhaalslag in moeten maken.
Rouw als integraal onderdeel
Een belangrijk aspect van heling is rouw: erkennen wat je hebt gemist of nooit hebt gekregen. Niet om in het verleden te blijven hangen, maar om jezelf daar op te halen.
Én, tegelijkertijd: het gaat nooit helemaal over. De winst is dat je kunt leren om er voor jezelf te zijn. Je kunt leren hoe je veiligheid in jezelf vindt. Leren hoe je je eigen waarneming weer kunt vertrouwen. Leren hoe je ruimte maakt om stil te staan. Zodat je weer kunt landen in jezelf én in deze wereld tussen de mensen.
Voorwaarden voor veilig werken met t-trauma
Werk bij t-trauma altijd met een ervaren therapeut die het paadje van binnenuit kent, en die je goed kan begeleiden op alle drie de lagen en in het rouwproces. De omgeving waarin je trauma veilig kunt verwerken is respectvol, geeft altijd een keuze, en werkt stap voor stap.
Je leert vaardigheden aan om je met je kern te verbinden en de weg naar binnen te gaan. Het zal altijd plaats moeten vinden binnen een veilige relationele setting, anders gaat het niet. Je kunt je dan, ook op volwassen leeftijd, veilig leren hechten.
Conclusie
Herstellen van complex trauma is geen rechte lijn, maar een gelaagd proces. Het vraagt om een veilige context waarin je stap voor stap kunt leren om je eigen veiligheid te vinden, oude overtuigingen los te laten en nieuwe manieren van verbinden te ontdekken. Herstel betekent niet dat alles verdwijnt, maar dat je ervaringen leert dragen met meer rust, ruimte en eigen regie.
Veelgestelde vragen over herstel van kleine t-trauma
Verder verdiepen
- Kleine t-trauma: de impact van jeugdervaringen op je volwassen leven
- Verworven veilige hechting: hoe herstel je onveilige hechting?
- Hechtingspatronen, je verliezen in aanpassing
Bronnen
- Paivio, S. C., & Pascual-Leone, A. (2023). Emotion-focused therapy for complex trauma: An integrative approach (2nd ed.). American Psychological Association. https://doi.org/10.1037/0000336-000.
- Watson, J. C., & Greenberg, L. S. (2017). Emotion-focused therapy for generalized anxiety. American Psychological Association. https://doi.org/10.1037/0000018-000
- Elliott, R., Watson, J. C., Goldman, R. N., & Greenberg, L. S. (2004). Learning emotion-focused therapy: The process-experiential approach to change. American Psychological Association. https://doi.org/10.1037/10725-000
- Greenberg, L. S., & Goldman, R. N. (Eds.). (2019). Clinical handbook of emotion-focused therapy. American Psychological Association. https://doi.org/10.1037/0000112-000.
- Van der Kolk, B. A. (2014). The body keeps the score: Brain, mind, and body in the healing of trauma. Viking.
- Porges, S. W. (2011). The polyvagal theory: Neurophysiological foundations of emotions, attachment, communication, and self-regulation. Norton Professional Books.
- Jordan, J. V. (2020). The role of mutual empathy in relational healing. Women & Therapy, 43(3-4), 354-368.
- Stewart, I., & Joines, V. (2019). Transactionele analyse: Het handboek voor persoonlijk en professioneel gebruik (10e dr.). Uitgeverij SWP.
- Schwartz, R. C., & Sweezy, M. (2024). Inleiding tot Internal Family Systems (IFS). Uitgeverij Mens!