“Ik sta op het schoolplein te wachten op mijn nichtje Sarah. Ze zit sinds dit schooljaar in groep 3. Om mij heen staan moeders en opa’s en oma’s en overal lopen, fietsen, of zitten de jongere broertjes en zusjes die mee mogen om hun grote broer of zus van school te halen.
De kleine Jitse, Eva en Casper hebben een leuk spel uitgevonden en staan op het hek vlak bij de deur. Ze hebben ontdekt hoe ze het hek kunnen laten zwaaien door tegelijkertijd te bewegen en hebben de grootste pret. Opeens gaat de zoemer dat het tijd is. Ze schrikken enorm van het harde geluid: je ziet de schrik door hun lijfjes gaan en ze springen van het hek af, en sprinten naar hun moeder.
De moeder van Jitse zit te praten met twee andere moeders. Ze pakt Jitse gedachteloos bij zich, maar gaat door met haar gesprek. Jitse wil haar vertellen over de zoemer maar vindt geen gehoor en zit met een gespannen gezichtje op haar schoot. Als zijn oudere zus komt, wordt hij al even gedachteloos in het fietszitje gezet en ze gaan naar huis.
Eva komt bij haar moeder die het hele gebeuren heeft gezien en het wel grappig vindt. Ze moet er om lachen. Eva klemt zich vast aan haar been en huilt met haar gezicht tegen haar broek, terwijl ze een klopje op haar rug krijgt. ‘Nou, dat was toch niet zo erg? Je weet toch dat die zoemer gaat. Kom, stel je niet zo aan’.
Casper komt bij zijn moeder aan en wordt meteen op schoot gehesen en stevig vastgepakt. Ook zij zag hem schrikken. ‘Ben je zo geschrokken?’, vraagt ze. ‘Ging de zoemer opeens zo hard?’ Casper heeft een sip gezichtje en op het moment dat zijn moeder hem vastpakt en tegen hem praat, barst hij in tranen uit en huilt alle spanning weg.”
Hoewel we allemaal geboren worden met een emotioneel navigatiesysteem, betekent dat niet dat we weten hoe we dit moeten gebruiken. We moeten leren hoe we onze emoties kunnen herkennen, wat ze betekenen en hoe we ze kunnen reguleren. Het is niet altijd vanzelfsprekend dat we dat goed aanleren. We worden immers allemaal geboren in een gezin met ouders, die ook weer hun eigen emotionele ervaringen hebben.
Afgestemde, sensitieve respons
Met een afgestemde, sensitieve reactie krijg je als kind van je vader of moeder een goede ondersteuning als je zo enorm schrikt. De moeder van Eva lacht om de schrik van haar dochtertje en ontkent daarmee Eva’s gevoel. Ze is niet echt afgestemd op wat Eva nu nodig heeft en Eva moet de schrik in haar eentje verwerken.
Jitse mag wel op schoot, maar wordt feitelijk in zijn gevoel genegeerd. Hij huilt niet zoals Eva en Casper en de schrik blijft in zijn lijfje. Als Jitse en Eva vaak op deze manier benaderd worden, heeft dat invloed op de manier waarop ze op hun ouders leren vertrouwen en ook op de manier waarop het stresssysteem in hun lichaam gaat werken.
Erkennen en benoemen is de basis van emotieregulatie
Voor een veilige hechting en een goede emotieregulatie is het nodig dat je als ouder of verzorger sensitief en responsief op een kind reageert. De moeder van Casper geeft een sensitieve reactie. Ze ziet dat haar zoontje schrikt en begrijpt dat hij daardoor van slag is, ze reageert sensitief.
Door hem vast te pakken (holding te geven) en zijn gevoel te benoemen reageert ze snel en adequaat. Ze erkent het gevoel van schrikken als er plots zo’n hard geluid is, terwijl je ook nog eens zo dichtbij de bron van dat geluid staat. Casper’s schrik mag er zijn en ze stelt hem gerust. Hij leert dat datgene wat hij voelt ‘schrik’ heet, dat hij dat mag voelen en dat hij naar zijn moeder toe kan als hij schrikt.
“Je leert als kind je gevoelens te benoemen, toe te laten en te reguleren in de interactie met je ouders.”
Veilige hechting en emotieregulatie: mijn emoties zijn oké
Als je als kind gezien en bevestigd wordt in je emoties, leer je dat wat je voelt normaal is, en je leert er woorden aan te geven. Je leert dat je naar een ander toe kunt gaan om gerustgesteld te worden en dat je je dan weer beschermd en veilig voelt. Zo leer je te vertrouwen op je eigen gevoel én op je ouders. Als je wat ouder wordt, vertaalt dat vertrouwen in je ouders zich naar andere volwassenen. Opa en oma, de buurvrouw, een leraar op school: als je een basisvertrouwen in anderen hebt, kun je je met hen verbinden.
Emotioneel kompas
Omdat alle emoties wijzen op onderliggende behoeften, wensen en grenzen, kunnen we vervreemd raken van onszelf. Ons emotionele kompas werkt niet meer goed. Je kunt daar dan ook later nog een stap in maken.
De sleutel om optimaal gebruik te maken van je emotionele kompas is om zo precies en genuanceerd mogelijk te benoemen wat de emoties zijn. Psychologen noemen dit labelen. Het lijkt eenvoudig maar dat is het niet. Als we al een poging doen, dan maken we ons er vaak met een vage duiding van af. Hoe preciezer en nauwkeuriger we zijn, hoe effectiever onze respons kan zijn.
Een mindfulle houding helpt hierbij. Hoe meer je de emotie kunt toelaten in je bewustzijn, erbij kunt blijven, en accepteren, hoe beter je haar in alle nuances kunt verkennen.
Lijst met emoties
Om je emotionele woordenschat uit te breiden, kun je eens kijken naar deze lijst met emoties. Combinaties zijn mogelijk! Zo heb je rauw verdriet, of zacht verdriet, of verdriet met een bittere rand, of verdriet terwijl je ook opgelucht bent … Ook de intensiteit is belangrijk. Zo zijn irritatie, frustratie, ergernis, afkeuring, wrok, woede, en razernij gradaties van boosheid die ieder hun eigen kleur hebben.
Wees niet verbaasd dat wanneer je de emoties benoemd hebt, met precies de juiste woorden, je gevoel verschuift. Je kunt opluchting ervaren of een andere onderliggende emotie dient zich aan. In het algemeen is erkennen en benoemen een fijne manier om je emoties te reguleren en zul je meer rust gaan ervaren.