Leer jouw hechtingsstijl herkennen

Inhoudsopgave

Naast de veilige hechting bestaan er drie onveilige stijlen. Ze beïnvloeden hoe je jezelf ziet, hoe je met anderen omgaat en hoe je reageert in relaties. In deze blog lees je hoe hechtingsstijlen ontstaan, welke patronen erbij horen en wat dit betekent voor je verbinding met anderen.
Susan Vroemen
Susan Vroemen
Psycholoog

In essentie

  • Hechting is een evolutionair ontwikkelde overlevingsstrategie. Wij mensen zijn zo gemaakt dat we veiligheid, nabijheid en vertrouwen zoeken. Dat is diep verankerd in ons lichaam en diep geworteld in onze biologische erfenis.

  • Je manier van omgaan met relaties heeft vaak te maken met je hechtingsstijl. Er zijn vier hoofdtypen (veilig, angstig vermijdend, angstig vastklampend, gedesorganiseerd). Elke stijl heeft z’n eigen ‘manier’ van contact maken en omgaan met verbinding.

  • Vroege ervaringen vormen je hechtingsstijl: De manier waarop je als kind veiligheid, troost en aandacht kreeg van verzorgers bepaalt grotendeels welke hechtingsstrategie je ontwikkelde en nog steeds hanteert.

  • Hechtingsstijlen liggen op een continuüm: Van veilig naar onveilig gehecht is geen harde categorisering, maar een glijdende schaal waarbij je meer of minder veilig gehecht kunt zijn afhankelijk van de situatie en de persoon.

  • Je kunt groeien naar een veilige gehechtheid: Hoewel hechtingsstijlen diepgeworteld zijn, kun je door therapie en zelfonderzoek groeien naar een meer veilige hechtingsstijl – dit wordt verworven veilige hechting genoemd.

Hechting en de evolutietheorie

Hechtingsgedrag is een natuurlijk overlevingsmechanisme: het zorgt ervoor dat jonge kinderen dichtbij hun verzorgers blijven en daardoor beschermd worden (2). John Bowlby, de grondlegger van de hechtingstheorie, beschreef hoe kinderen biologisch geprogrammeerd zijn om zich te hechten, omdat nabijheid veiligheid en zorg garandeert (1).

De primaire beweging van hechting is dan ook: nabijheid zoeken. Wanneer een kind in stress of angst wordt getroost, ervaart het zichzelf als de moeite waard (positief zelfbeeld) en leert het dat anderen betrouwbaar en beschikbaar zijn (positief beeld van de ander). Een veilige, voorspelbare relatie met ouders of verzorgers is de basis voor gezonde ontwikkeling.

Hoe ontstaan hechtingsstijlen?

Hechtingsstijlen ontstaan uit vroege ervaringen met verzorgers. Daarbij vormt een kind overtuigingen over zichzelf (ben ik de moeite waard om van te houden?) en over anderen (kan ik de ander vertrouwen en is die beschikbaar?).

Als nabijheid en steun ontbreken, bijvoorbeeld door emotionele afwezigheid, verwaarlozing of afwijzing, zoekt een kind andere manieren om met stress om te gaan:

  • Hyperactiverend: sterker zoeken naar nabijheid, met verhoogde alertheid voor afwijzing en een grote behoefte aan bevestiging.
  • Deactiverend: de verwachting van steun loslaten, nabijheid vermijden en zich onafhankelijk opstellen.

Uit deze strategieën ontwikkelen zich vier hechtingsstijlen, gebaseerd op de twee dimensies: het beeld van jezelf (positief of negatief) en het beeld van de ander (positief of negatief).

Herken je jezelf in een van deze hechtingsstijlen?

Er zijn vier hoofdtypen hechtingsstijlen: veilig, angstig vermijdend, angstig vastklampend en gedesorganiseerd. Je herkent ze aan patronen in je gedrag, gedachten en gevoelens in relaties, vooral in situaties van stress of conflict.

Bij een veilige hechting is er een gezonde balans tussen autonomie en verbinding. Je kunt gevoelens en lichaamssensaties goed waarnemen, je gedachten ordenen en afgestemd blijven op jezelf. In relaties voel je je op je gemak, vertrouw je anderen en ook jezelf. Alleen zijn roept geen angst op, en je voelt je geaccepteerd zoals je bent.

Ben je onveilig gehecht?

Ken je onveilige hechting? Dan herken je vaak elementen uit de onderstaande drie onveilige hechtingsstijlen.


Naast de veilige hechting zijn er dus 3 hechtingsstijlen die duiden op een onveilige hechting. Een nuancering is hier op zijn plek. De hechtingsstijlen worden vaak als 4 categorieën weergegeven. Ik doe dat hierboven ook. Het is overzichtelijk en ordent de informatie. Dat neemt niet weg dat we veilige en onveilige hechting kunnen zien als een continuüm waarbij je meer of minder veilig gehecht kunt zijn.

Veilige hechting – onveilige hechting is een continuüm

Op het continuüm van veilig naar onveilig gehecht is in steeds grotere mate sprake van verankering van onveiligheid en de onveilige hechtingsstijl in je persoonlijkheidsstructuur. Hieronder geef ik, op basis van de ervaringen in mijn praktijk, mijn visie op dit continuüm.

Hechting hangt nauw samen met de ervaringen die we hebben opgedaan in onze vroege jeugd. Heb je heel jong structureel heftige ervaringen van misbruik, verwaarlozing en geweld meegemaakt, dan zul je op het continuüm aan het uiteinde van de onveilige kant zitten en zal je hechtingsstijl dieper in je persoonlijkheidsstructuur verweven zijn.



Let op dat de situatie bepaalt of het gedrag wijst op een onveilige hechting of niet. Een bepaalde houding of gedrag kan namelijk volkomen gepast zijn in een specifieke situatie. Zo kan een veilig gehecht persoon besluiten om zich uit het contact terug te trekken (vermijdend) als hij iemand tegenover zich heeft, die toch niet van plan is om naar hem te luisteren.

Daarnaast is het goed om in gedachten te houden dat we vaak een favoriete basispositie hebben, maar dat we meerdere hechtingsstijlen kennen. We hebben namelijk vaak meerdere verzorgers gehad, en we ontwikkelen sowieso later in onze jeugd ook relaties met andere mensen zoals een leraar of een aardige buurvrouw waar je een band mee krijgt.

Hoe beïnvloedt je hechtingsstijl je relaties in je volwassen leven?

Onze hechtingsstijl als volwassene is een weerslag van onze besluiten en overtuigingen over onszelf en anderen. We slaan deze overtuigingen op en deze bepalen onze verwachtingen en gedrag. Ze vormen op die manier interne werkmodellen. De werkmodellen en de gedragspatronen die hieruit volgen, vormen de kern-ingrediënten van iemands persoonlijkheid. We passen deze werkmodellen toe in nieuwe situaties, nieuwe ontmoetingen, nieuwe contacten en relaties. Hechting speelt dus niet alleen op jonge leeftijd een rol, maar doet dat gedurende het hele leven. We noemen deze werkmodellen in een metafoor ook wel de bril waardoor je naar de wereld kijkt. 

Een bril die een vertekend beeld geeft?

Overigens is het niet per se zo dat die bril een vertekend beeld geeft. Je kunt meestal juist heel goed zien wat er gebeurt. Als je als kind een ouder had die plotseling enorm boos kon worden, dan heb je meestal goed geleerd om de signalen te herkennen. Je zult in het hier-en-nu vaak sneller dan anderen opmerken wanneer bij iemand de spreekwoordelijke emmer overloopt. 

Het werkmodel werkt veel meer zo dat een situatie met kenmerken, ofwel triggers, vergelijkbaar met die in de kindertijd, je kan terugbrengen naar de onveiligheid van toen. Hierdoor kom je in hetzelfde gevoel van machteloosheid terecht als waarin je als kind zat. Dit lokt de overlevingsstrategie van toen uit (om bij het voorbeeld te blijven van iemand die boos wordt: je gaat bijvoorbeeld op je tenen lopen om de ander gunstig te stemmen).

Als kind had je echter veel minder mogelijkheden om de situatie te sturen omdat je veel afhankelijker was. Als volwassene zijn die mogelijkheden er vaak wel: je kunt de ander aanspreken, vragen wat er aan de hand is, en grenzen stellen.

De Amerikaanse klinisch psycholoog David Wallin komt op basis van zijn praktijkervaringen en diepgaand literatuuronderzoek tot dezelfde visie (3). Hij werkt deze uit in zijn boek Gehechtheid in psychotherapie.

Romantische relaties

Ook een romantische liefde kun je zien als een hechtingsproces vergelijkbaar met het hechtingsproces tussen ouder en kind. Dit hechtingsproces wordt beïnvloed door de manier waarop het hechtingsproces in het gezin van herkomst van de beide partners is verlopen. 

De vermijdende strategie uit zich in romantische relaties als bindingsangst, en de vastklampende strategie als verlatingsangst. Ben je gedesoriënteerd en gedesorganiseerd gehecht, dan zal je een onvoorspelbare mix van aantrekken en afstoten laten zien, en herken je zowel bindingsangst als verlatingsangst bij jezelf.

Conclusie

Het herkennen van je hechtingsstijl is de eerste stap naar het begrijpen van je relatiepatronen. Of je nu veilig, angstig vermijdend, angstig vastklampend of gedesorganiseerd gehecht bent – elke stijl heeft zijn eigen uitdagingen en groeimogelijkheden. Belangrijk is te realiseren dat hechtingsstijlen op een continuüm liggen, en dat je niet voor altijd vastligt op één manier van relateren.

Verdere verdieping

Hier vind je meer verdieping rond dit thema.

Bronnen

  1. John Bowlby’s Attachment Theory.
  2. Mikulincer, M., & Shaver, P. R. (2017). Attachment in adulthood: Structure, dynamics, and change (2nd ed.). The Guilford Press.
  3. GGzE. (2024). Persoonlijkheidsstoornissen uitgelegd [Video]. YouTube.
  4. Wallin, D. J. (2017). Gehechtheid in psychotherapie. Boom Uitgevers.