Foto: Unsplash.com
Bowlby: de ontwikkeling van een innerlijk werkmodel
Bowlby was geschoold in de psychodynamische traditie. In deze theorieën ging men ervan uit dat de hechtingsrelatie tussen moeder en kind ontstond als gevolg van fysiologische behoeftebevrediging: op tijd eten en drinken, een schone luier, en rust. Omdat de behoeften van een kind bevredigd worden door zijn ouder, ontstond er zo dus een band tussen hen.
Bowlby keek echter breder dan de fysiologische behoeftebevrediging en onderzocht wat er gebeurde in de interacties tussen ouder en kind. Hij was juist geïnteresseerd in de interactiepatronen en de manier waarop deze van invloed zijn op de ontwikkeling van hechtingsrelaties en de vorming van onze persoonlijkheid.
Het is niet de vraag óf we hechten, maar hóe we hechten
Belangrijk om te weten is dat ons hechtingssysteem een oud emotioneel systeem is, dat door de evolutie in onze genen vast ligt. Kinderen die de nabijheid van een ouder zoeken bij gevaar hebben veel meer overlevingskansen. Het is dan ook niet de vraag óf we hechten, maar hóe we hechten.
Een kernbegrip in de klassieke hechtingstheorie is het innerlijk werkmodel. Dit zijn mentale representaties of schema’s die je als kind in de interactie met je ouders of verzorgers ontwikkelt. Deze schema’s bevatten gedachten, gevoelens, en je hele houding ten aanzien van jezelf in relatie tot de hechtingsfiguur.
Wanneer je als kind op voorspelbare, consistente wijze zorg en steun ontvangt wanneer je jouw behoeften kenbaar maakt, en wanneer je getroost wordt in tijden van stress, ontwikkel je een positief zelfbeeld: je voelt je de moeite waard om aandacht en liefde te krijgen. Tegelijkertijd ervaar je dat anderen betrouwbaar en welwillend zijn om jou hun zorg en hulp geven. Op die manier ontwikkel je een positief beeld van de ander.
We noemen dit een veilige gehechtheid. Je ervaart je ouders als een veilige basis (secure base) om op terug te vallen. En voelt je veilig om vanuit die veilige plek die er voor je is de wereld te gaan verkennen. Eenmaal in de wereld is jouw ouder een veilige haven (safe haven) om naar terug te keren wanneer je ervaringen opdoet waarbij je hulp nodig hebt.
Moderne hechtingstheorie:
De laatste twee decennia is de hechtingstheorie van Bowlby uitgebreid vanuit neurobiologisch en -psychologisch perspectief. Deze uitbreiding worden ook wel de moderne hechtingstheorie genoemd.
De psycholoog en onderzoeker Schore en professor in de klinische psychiatrie Siegel hebben vanuit de neurowetenschappen onderzoek gedaan. Zij tonen aan dat met name de eerste levensjaren, maar ook daarna, de ontwikkeling van onze hersenen in interactie met anderen tot stand komt.
Onze hersenen worden als het ware ‘ingeregeld’ door de ervaringen die we als kind opdoen met onze ouders en verzorgers. Sleutelwoorden hierin zijn afstemming, resonantie en responsiviteit.
Dit betekent dat, als je als kind signalen afgeeft, de ouder beschikbaar is en tijdig en passend op jou reageert (responsiviteit).
De ouder laat je merken dat hij je ziet en begrijpt (afstemming). Dit komt tot stand via de nonverbale emotionele communicatie die verloopt via gezichtsuitdrukkingen, gebaren en lichaamshouding, de intonatie van de stem, en het ritme van de woorden (resonantie).
Wanneer de nonverbale communicatie positief en afgestemd is op jou als kind, voel je je kalm en verbonden, wat een gevoel van innerlijke veiligheid geeft. Je emoties worden gereguleerd, wat de basis vormt voor je eigen emotieregulatie later. Je voelt je gespiegeld door je vader of moeder en zo leer je over behoeften en dat je veilig bent.
Mismatch en herstel zorgt voor een sterkere band
Ouders zijn nooit continu op hun kind afgestemd. Er ontstaan hoe dan ook momenten van ‘mismatch’. De ontwikkelingspsycholoog Tronick heeft met zijn onderzoeken eind jaren ’80 laten zien dat met name het herstellen van deze momenten van mismatch cruciaal zijn. Wanneer een ouder kort na een mismatch de verbinding herstelde, dan gaf dat juíst een groter gevoel van emotionele veiligheid.
Schore en Siegel vonden neurobiologisch bewijs voor de stelling van Tronick dat juist die herstelmomenten, naast afstemming en responsieve reacties, zorgen voor een stevige hechtingsband waarin je als kind emotionele veerkracht ontwikkelt en een gevoel van stabiliteit in jezelf vindt.
Goed genoeg ouderschap
We spreken daarom van ‘goed genoeg’ ouderschap. Niemand is perfect en het lukt eenvoudig niet om 100% van de tijd volledig afgestemd te zijn op je kind. Kinderen van ouders die ‘goed genoeg’ zijn afgestemd, hechten zich veilig. Het criterium is overigens niet dat er niets ‘verkeerds’ of ‘onveiligs’ gebeurt, maar veel meer dat de moeder of vader dit signaleert en herstelt.
Bij een ‘goed-genoege’ ouder staat het kind bloot aan de normale stressvolle gebeurtenissen in het leven. De ouder is afgestemd op zijn kind, voelt aan wanneer het kind hem nodig heeft, en zorgt dan voor nabijheid, afleiding of juist rust, maar in ieder geval voor veiligheid. Een kindje kan, samen met zijn ouder, prima tegen een stootje.
4 x S: Safe, Seen, Soothed & Secure
Dan Siegel vat de ingrediënten van veilig ouderschap samen met vier S’en: Safe, Seen, Soothed, en Secure. Als de vier S’en aanwezig zijn, is het gedrag van ouders betrouwbaar en is er sprake van een veilige hechtingsomgeving waarin het kind ook emotioneel volwassen kan worden.
Safe: betrouwbaar zijn voor je kind. Het kind kan kwetsbaar zijn en mag er zijn met zijn emoties. Betrouwbaar betekent ook dat je de verbinding met je kind herstelt als deze verbroken is.
Seen: het kind wordt gezien en gehoord. Het wordt begrepen en wordt in zijn gevoelens en gedachtenwereld erkend. Hierdoor leert het kind dat het er mag zijn en impact op een ander heeft. Dit leidt tot een gezond gevoel van agency.
Soothed: de ouder reguleert het kind waardoor het kalmeert en zijn emoties hanteerbaar worden. Zo leert het kind copingstrategieën om met lastige emoties om te gaan en ontwikkelt het tolerantie voor stress.
Secure: betrouwbaar zijn door voorspelbaar te zijn in het drie andere hier bovengenoemde S’en. Het kind kan zich kwetsbaar opstellen, mag fouten maken, en zijn mening uiten zonder dat het bang hoeft te zijn voor straf of afwijzing.
Veilige ouders bieden hun kind, naast dit veilige gedrag, de vrijheid om op onderzoek uit te gaan. Een veilige ouder stemt zich af op wat zijn kind nodig heeft, is empathisch en responsief, en ziet zijn kind als een eigenstandig persoon (en niet als een verlengstuk van zichzelf). Hierdoor leer je als kind dat je op anderen kunt rekenen, dat de wereld een betrouwbare plek is, en dat je zelf in staat bent om je daar in te bewegen. Het resultaat is dat veilig gehechte mensen op volwassen leeftijd:
- een positief zelfbeeld hebben;
- zich makkelijk verbinden met anderen;
- zich bewust zijn van hun emoties en gevoelens, ook in het contact met anderen;
- authentiek zijn;
- in staat zijn om intieme, betekenisvolle, stabiele relaties te onderhouden.
Er is veel geschreven en er zijn veel onderzoeken gedaan, waarin je alle ins en outs vindt. Ik heb onder andere deze boeken en artikelen gebruikt voor deze blog:
- Bowlby, J. (1988). A secure base: Parent-child attachment and healthy human development. Basic Books.
- Schore, A. N. (2015). Allan schore on the science of the art of psychotherapy [Interview]. Psychotherapy.net. https://www.psychotherapy.net/interview/allan-schore-neuroscience-psychotherapy
- Schore, A. N. (2021). The interpersonal neurobiology of intersubjectivity. Frontiers in Psychology, 12, 648616-648616. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2021.648616
- Siegel, D. J. (2001). Toward an interpersonal neurobiology of the developing mind: Attachment relationships, “mindsight,” and neural integration. Infant Mental Health Journal, 22(1-2), 67-94. https://doi.org/10.1002/1097-0355(200101/04)22:1<67::AID-IMHJ3>3.0.CO;2-G