Moeder en kind die samen op bed liggen. De moeder lacht en spiegelt de lach van haar kind. Resonantie en responsiviteit zijn belangrijk om veilige hechting tot stand te brengen.
Foto: Getty Images for Unsplash+

Veilige hechting: je geborgen, verzorgd, en geliefd weten

23 juni 2024, laatste update: 30 juli 2025

Inhoudsopgave

Susan Vroemen
Susan Vroemen
Psycholoog
Hechtingsstijlen laten zien hoe we relaties aangaan en beïnvloeden allerlei aspecten van ons leven. De Britse psychiater en psychoanalyticus John Bowlby legde met zijn klassieke hechtingstheorie in 1988 de basis voor ons begrip van de emotionele band tussen kind en verzorger. Hij onderzocht hoe die band ontstaat en waarom ze zo bepalend is voor onze ontwikkeling.  In de decennia daarna hebben neurowetenschappers als Allan Schore, Dan Siegel en Stephen Porges zijn werk verdiept met inzichten uit de neurowetenschappen. Veilige hechting gaat over je geborgen, verzorgd en geliefd voelen. In deze blog neem ik je mee in de bouwstenen van veilige hechting — vanuit zowel de klassieke theorie als de moderne neurobiologische benadering.

In essentie

  • Veilige hechting ontstaat via sensitieve, afgestemde en herstellende interactie.
  • Vroege ervaringen vormen de neurologische basis voor zelfregulatie en verbondenheid.
  • Ouders hoeven niet perfect te zijn, maar wel herstelgericht en beschikbaar.
  • De vier S’en (Safe, Seen, Soothed, Secure) bieden houvast voor veilig ouderschap.
  • Veilige hechting leidt tot veerkracht, gezonde relaties en een positief zelfbeeld.

Wat is veilige hechting en waarom is dit belangrijk?

De psychiater John Bowlby legde met zijn hechtingstheorie de basis voor wat we nu verstaan onder veilige hechting (secure attachment). In de psychodynamische traditie werd aanvankelijk gedacht dat hechting vooral voortkwam uit fysiologische behoeftebevrediging: op tijd eten, rust en een schone luier. Bowlby keek echter verder dan die basisbehoeften. Hij onderzocht hoe de interactie tussen ouder en kind — dus de kwaliteit van het contact — bepalend is voor de hechtingsstijl en voor het latere zelfbeeld van het kind.

Het hechtingssysteem is evolutionair ingebed: kinderen die nabijheid zoeken bij hun ouder in tijden van gevaar hadden meer kans op overleving. We hechten dus allemaal, maar de vraag is: hoe? 

Het is niet de vraag óf we hechten, maar hóe we hechten

Kinderen ontwikkelen op basis van hun vroege ervaringen een innerlijk werkmodel — een mentale blauwdruk die bepaalt hoe zij zichzelf en anderen in relaties ervaren.

Als een kind betrouwbare, afgestemde zorg krijgt, ontwikkelt het een positief zelfbeeld en vertrouwen in anderen. Dit noemen we veilige hechting. De ouder fungeert dan als veilige basis (secure base) van waaruit het kind de wereld verkent, en als veilige haven (safe haven) om bij terug te keren wanneer het kind steun nodig heeft.

Hoe beïnvloeden vroege ervaringen de hersenontwikkeling en hechting?

De moderne hechtingstheorie — ontwikkeld door o.a. Allan Schore en Daniel Siegel — breidt Bowlby’s inzichten uit met neurobiologische kennis. In de eerste levensjaren worden hersennetwerken gevormd in voortdurende interactie met de verzorger. Onze hersenen worden dus als het ware ‘ingeregeld’ door de ervaringen die we als kind opdoen met onze ouders en verzorgers. Afstemming, resonantie en responsiviteit spelen hierin een sleutelrol.

Wanneer een ouder sensitief en afgestemd reageert op signalen van het kind, bijvoorbeeld via oogcontact, lichaamshouding, intonatie en timing, leert het kind zichzelf kalmeren, emoties reguleren en verbinding voelen. Deze non-verbale communicatie reguleert stress en vormt de neurologische basis voor zelfregulatie.

Het kind voelt zich gezien, veilig en verbonden. Dit leidt tot de ontwikkeling van veerkracht, zelfvertrouwen en sociale flexibiliteit. Onvoldoende afstemming of chronische mismatch kan echter bijdragen aan de ontwikkeling van onveilige hechtingsstijlen.

Wat gebeurt er als er tijdelijk geen afstemming is?

Volledige afstemming is onmogelijk. Elke ouder ervaart momenten van gemiste signalen of miscommunicatie en elk kind ervaart dus momenten waarop zijn uitreiking niet beantwoord wordt. De ontwikkelingspsycholoog Edward Tronick toonde aan dat deze zogeheten ‘mismatch’-momenten niet schadelijk hoeven te zijn, mits er herstel volgt. Juist het herstellen van een verbroken verbinding blijkt cruciaal voor het versterken van de hechtingsrelatie.

Schore en Siegel bevestigden dit neurobiologisch: herstelervaringen helpen het zenuwstelsel reguleren en bouwen aan een stevig innerlijk werkmodel. Dit draagt bij aan emotionele stabiliteit en flexibiliteit. Ouders hoeven dus niet perfect te zijn, maar wel in staat om de relatie te herstellen na verstoring.

Wat betekent ‘goed genoeg’ ouderschap?

Het concept van ‘goed genoeg’ ouderschap (good enough parenting) erkent dat ouders niet constant perfect afgestemd hoeven te zijn. Wat telt, is dat ouders sensitief zijn voor de behoeften van hun kind, beschikbaar zijn bij stress, en herstellend reageren na mislukte afstemming.

Kinderen die zulke ouders hebben, ontwikkelen meestal een veilige hechtingsstijl. Ze leren dat de wereld voorspelbaar is, dat hun gevoelens ertoe doen en dat ze invloed hebben op hun omgeving. 

Stressmomenten horen bij het leven; het is de steun van de ouder die zorgt dat het kind ermee leert omgaan. De ouder is afgestemd op zijn kind, voelt aan wanneer het kind hem nodig heeft, en zorgt dan voor nabijheid, afleiding of juist rust, maar in ieder geval voor veiligheid. Een kind dat zich veilig voelt, kan ook tegenslag hanteren. Hij kan, samen met zijn ouder, prima tegen een stootje. 

Wat zijn de 4 S’en van veilig ouderschap?

Daniel Siegel introduceerde vier kernprincipes die samen de basis vormen voor veilige hechting:

  • Safe: het kind voelt zich fysiek en emotioneel veilig. De ouder herstelt de verbinding als die verbroken is.
  • Seen: het kind wordt gezien en begrepen, ook als het zich lastig gedraagt. De ouder kijkt achter het gedrag en erkent gevoelens en behoeften.
  • Soothed: de ouder helpt het kind emoties te reguleren en tot rust te komen. Zo leert het kind stress verdragen.
  • Secure: door herhaling van bovenstaande ervaringen ontwikkelt het kind vertrouwen, veerkracht en stabiliteit.

Een veilige ouder ziet het kind als een autonoom wezen, niet als verlengstuk van zichzelf. Het kind krijgt ruimte om te exploreren, fouten te maken, en zich te ontwikkelen vanuit verbondenheid en zelfvertrouwen.

 Het resultaat is dat veilig gehechte mensen op volwassen leeftijd:

  • een positief zelfbeeld hebben;
  • zich makkelijk verbinden met anderen;
  • zich bewust zijn van hun emoties en gevoelens, ook in het contact met anderen;
  • authentiek zijn;
  • in staat zijn om intieme, betekenisvolle, stabiele relaties te onderhouden.

Conclusie

Veilige hechting is een basisvoorwaarde voor een gezonde emotionele en sociale ontwikkeling. Het ontstaat door beschikbaarheid, afstemming en herstel — niet door perfectie. Je kind hoeft geen ideale ouder te hebben, maar wel een ouder die bereid is te blijven zoeken naar verbinding. Door ‘goed genoeg’ afgestemd te zijn, steun te bieden bij stress en het kind te zien in zijn unieke behoeften, geef je het een fundament voor een veilig en verbonden leven.

Veelgestelde vragen over veilige hechting

Wat betekent veilige hechting precies?

Veilige hechting is een relatievorm waarin een kind zich geborgen, gezien en gesteund voelt. Het leert zichzelf en anderen vertrouwen en ontwikkelt een positief zelfbeeld.

Hoe weet ik of mijn kind veilig gehecht is?

Een veilig gehecht kind zoekt steun bij stress, durft te exploreren en laat zich troosten. Het toont flexibiliteit, zelfvertrouwen en zoekt nabijheid bij vertrouwde figuren.

Wat helpt bij het versterken van de hechtingsband?

Sensitieve responsiviteit, voorspelbare zorg, herstel na miscommunicatie en het erkennen van gevoelens versterken de hechtingsband.

Kun je onveilige hechting veranderen, en hoe?

Ja. Door consistent afgestemd en liefdevol gedrag, herstel na mismatch en eventueel met professionele hulp kan onveilige hechting verbeteren.

Wat is het verschil tussen attachment parenting en veilige hechting?

Attachment parenting richt zich op specifieke opvoedpraktijken, maar veilige hechting ontstaat vooral door de kwaliteit van interactie en emotionele afstemming.

Meer lezen?

Bronnen

Er is veel geschreven en er zijn veel onderzoeken gedaan, waarin je alle ins en outs vindt. Ik heb onder andere deze boeken en artikelen gebruikt voor deze blog:

  • Bowlby, J. (1988). A secure base: Parent-child attachment and healthy human development. Basic Books.
  • Schore, A. N. (2015). Allan schore on the science of the art of psychotherapy [Interview]. Psychotherapy.net. https://www.psychotherapy.net/interview/allan-schore-neuroscience-psychotherapy
  • Schore, A. N. (2021). The interpersonal neurobiology of intersubjectivity. Frontiers in Psychology, 12, 648616-648616. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2021.648616
  • Siegel, D. J. (2001). Toward an interpersonal neurobiology of the developing mind: Attachment relationships, “mindsight,” and neural integration. Infant Mental Health Journal, 22(1-2), 67-94.
  • Siegel, D. J. (2012). The developing mind: How relationships and the brain interact to shape who we are. Guilford Press.

error: Content is protected !!