Leer jouw hechtingsstijl herkennen

Hechtingsstijlen vertellen ons iets over de manier waarop we relaties aangaan met andere mensen. De manier waarop je gehecht bent, heeft daarnaast een grote invloed op veel andere aspecten in je leven.  John Bowlby, een Britse psychiater en psychoanalist, is de grondlegger van de hechtingstheorie in 1988. Hij richtte zich daarbij op de band tussen een kind en zijn verzorger. Het belangrijkste doel van de hechtingstheorie was om te begrijpen en te beschrijven hoe kinderen emotioneel gehecht raken aan hun verzorgers.

Inhoud

Hechtingsstijlen
Foto: iStock

Bowlby was een psychoanalist en geschoold in de psychodynamische traditie. In deze theorieën ging men ervan uit dat de hechtingsrelatie tussen moeder en kind ontstond als gevolg van fysiologische behoeftebevrediging: op tijd eten en drinken, en een schone luier. Omdat de behoeften van het kind bevredigd worden door zijn ouder, ontstond er zo dus een band tussen hen. 

Bowlby keek echter breder dan de fysiologische behoeftebevrediging en onderzocht wat er gebeurde in de interacties tussen ouder en kind. Hij was juist geinteresseerd in de interactiepatronen en de manier waarop deze van invloed zijn op de ontwikkeling van hechtingsrelaties en de vorming van de persoonlijkheid.

Belangrijk om te weten is dat ons hechtingssysteem een oud emotioneel systeem is, dat door de evolutie in onze genen vast ligt. Kinderen die de nabijheid van een ouder zoeken bij gevaar hebben veel meer overlevingskansen. Het is dan ook niet de vraag óf we hechten, maar hóe we hechten. 

Hechtingstrategieën

Tijdens het hechten ontwikkelen we strategieën om ons veilig te voelen en zorg en aandacht te krijgen. Bowlby heeft verschillende hechtingstrategieën beschreven. 

Het ontwikkelen van veilige hechting

De primaire hechtingsstrategie betekent dat je op zoek gaat naar de nabijheid van een ander als je onveiligheid ervaart. Je gaat dan naar een ander toe die jou kan beschermen. Als je je onveilig voelt, ervaar je stress. Kinderen die in tijden van stress geholpen en getroost worden ontwikkelen daardoor een positief zelfbeeld: ze zijn het waard om aandacht te krijgen en geliefd te worden. Tegelijkertijd ervaren ze dat anderen betrouwbaar en beschikbaar zijn voor hulp en troost. Dit leidt tot een positief beeld van de ander. Voor een goede geestelijke gezondheid en persoonlijkheidsontwikkeling is het nodig dat een jong kind zich veilig kan hechten in een warme, intieme, continue en voorspelbare relatie met zijn ouders.  

Dan Siegel is klinisch professor in de psychiatrie en doet veel onderzoek naar hechting. Hij vat de ingrediënten van veilig ouderschap samen met vier S’en: Safe, Seen, Soothed, en Secure. Als de 4 S’en aanwezig zijn, is het gedrag van ouders betrouwbaar en is er sprake van een veilige hechtingsomgeving.

Safe:  betrouwbaar zijn voor je kind. Dit betekent dat je de verbinding met je kind herstelt als deze verbroken is. Het kind kan kwetsbaar zijn en wordt ontvangen met zijn emoties. 

Seen: het kind wordt gezien en gehoord. Het wordt begrepen en wordt in zijn gevoelens en gedachtenwereld erkend. Hierdoor leert het kind dat het er mag zijn en impact op een ander kan hebben. Dit leidt tot een gezond gevoel van agency.

Soothed: de ouder reguleert het kind waardoor het kalmeert en de lading van zijn emoties afvloeien. Zo leert het copingsstrategieen om met lastige emoties om te gaan en ontwikkelt het emotionele volwassenheid. 

Secure: betrouwbaar zijn door voorspelbaar te zijn in het drie andere hier bovengenoemde S’en. Het kind kan zich kwetsbaar opstellen, mag fouten maken, en zijn mening uiten zonder dat het bang hoeft te zijn voor straf of afwijzing. 

Veilige ouders bieden hun kind, naast dit veilige gedrag, de vrijheid om op onderzoek uit te gaan. Een veilige ouder stemt zich af op wat zijn kind nodig heeft, is empathisch en responsief, en ziet zijn kind als een eigenstandig persoon (en niet als een verlengstuk van zichzelf). Hierdoor leert het kind dat hij op anderen kan rekenen, dat de wereld een betrouwbare plek is, en dat zij zelf in staat zijn om zich daar in te bewegen. Het resultaat is dat veilig gehechte mensen op volwassen leeftijd:

  • een positief zelfbeeld hebben;
  • zich makkelijk verbinden met anderen;
  • zich bewust zijn van hun emoties en gevoelens, ook in het contact met anderen;
  • authentiek zijn;
  • in staat zijn om intieme, betekenisvolle, stabbiele relaties te onderhouden.

Goed genoeg ouderschap

Niemand is perfect en het lukt eenvoudig niet om 100% van de tijd volledig afgestemd te zijn op je kind. Dat hoeft ook niet. Ook de kinderen van ouders die ‘goed genoeg’ zijn afgestemd, hechten zich veilig. Het criterium is overigens niet dat er niets ‘verkeerds’ of ‘onveiligs’ gebeurt, maar veel meer dat de moeder of vader dit signaleert en herstelt.

Bij een ‘goed-genoege’ ouder staat het kind bloot aan de normale stressvolle gebeurtenissen in het leven. De ouder is afgestemd op zijn kind, voelt aan wanneer het kind hem nodig heeft, en zorgt dan voor nabijheid, afleiding of juist rust, maar in ieder geval voor veiligheid. Een kindje kan, samen met zijn ouder, prima tegen een stootje. 

Het ontstaan van onveilige hechting

Er zijn ook kinderen die opgroeien in een omgeving waar ouders of verzorgers niet of nauwelijks beschikbaar zijn om troost of hulp te bieden, of waarin zelfs sprake is van verwaarlozing of misbruik. Dit leidt tot negatief beeld van zichzelf en/of anderen. Bij deze kinderen werkt de primaire strategie van nabijheid zoeken niet. Zij ontwikkelen daarom andere strategieën om met stress om te gaan. 

Bij de hyperactiverende strategie gaan de kinderen intensiever op zoek naar nabijheid. Dit gaat gepaard met een verhoogde alertheid voor signalen die wijzen op scheiding of afwijzing, en tegelijkertijd een grote behoefte aan bevestiging, aandacht en steun. 

Bij de deactiverende strategie heeft het kind de verwachting opgegeven dat hij steun van een ander kan krijgen, en zoekt hij niet meer naar nabijheid. Het belang van intieme relaties wordt ontkend en het kind stelt zich onafhankelijk op: hij gaat het zelf doen. 

Van strategieën naar stijlen

Op basis van deze hechtingsstrategieën ontstaan vier hechtingsstijlen. Deze zijn gebaseerd op twee dimensies: het beeld dat men van zichzelf heeft en het beeld dat men van de ander heeft. Beide beelden kunnen zowel positief als negatief zijn.

Een positief zelfbeeld betekent dat men zichzelf ziet als iemand die de moeite waard is om geliefd en gesteund te worden. Bij een negatief zelf beeld denkt men dat men die liefde en steun niet waard is.

Een positief beeld van de ander betekent dat men die ander kan vertrouwen en dat hij toegankelijk en beschikbaar is. Een negatief beeld van de ander betekent dat men de ander ziet als onbetrouwbaar en afwijzend. Dat levert vier verschillende hechtingsstijlen op:

Hechtingsstijlen en verworven gehechtheid.

Hieronder worden de hechtingsstijlen beschreven. Het is belangrijk om hierbij in gedachten te houden dat we vaak een favoriete basispositie hebben, maar dat we meerdere hechtingsstijlen kennen. We hebben namelijk vaak meerdere verzorgers gehad, en anders wat later in onze jeugd ook bepaalde leraren of een aardige buurvrouw waar we een band mee kregen.

Op volwassen leeftijd is het vaak afhankelijk van een specifiek moment en relatie of persoon dat een bepaalde hechtingsstijl geactiveerd wordt. Ook kunnen er triggers zijn in de context die meedoen. 

Veilige of zekere hechting

Het kenmerk van een veilige hechting is dat er een gezonde balans is tussen autonomie en verbinding. Er is vrijheid en flexibiliteit om te kiezen welk gedrag het beste is in een gegeven situatie. Je hebt toegang tot zowel je gevoelens, en je kunt je aandacht richten op de lichaamssensaties die je waarneemt. En je weet wat er omgaat in je hoofd. Met andere woorden: je bent goed in contact met jezelf.

Je voelt je op je gemak in vertrouwelijke relaties en blijft in het contact met de ander ook goed naar jezelf luisteren. Je vertrouwt andere mensen en vindt het prettig als anderen jou vertrouwen en op je rekenen. Je maakt je geen zorgen over alleen zijn, en ook niet over de vraag of anderen je wel of niet accepteren zoals je bent.

Er zijn 3 hechtingsstijlen die duiden op een onveilige hechting. Let op dat de situatie bepaalt of het gedrag wijst op een onveilige hechting of niet. Een bepaald houding of gedrag kan namelijk volkomen gepast zijn in een specifieke situatie. Zo kan een veilig gehecht persoon besluiten om zich terug te trekken als hij iemand tegenover zich heeft, die toch niet van plan is om naar hem te luisteren. 

Angstig vermijdende hechting

Als je een angstig vermijdende hechtingsstijl hebt, werd je als kind sterk afgewezen of je had ouders die structureel ver over je grenzen gingen met controlerend gedrag. Bij het vermijdende patroon heb je een deactiverende hechtingsstrategie. Wanneer je een nare ervaring meemaakt, zet je jezelf als het ware ‘uit’ om alle interne en externe signalen dat het niet goed met je gaat op dat moment te kunnen negeren. Die signalen zetten namelijk je hechtingssysteem aan en dat betekent nabijheid zoeken van een ander. Dat is wel het laatste wat je wil. Jouw ervaring is dat die ander er niet voor je is, en dat kun je er niet ook nog bij hebben. 

Je hebt geleerd om je te redden zonder nauwe emotionele banden en om alleen op jezelf te vertrouwen. Een nare situatie verwerk je daarom liever als je weer veilig alleen bent. Het is voor jou belangrijk dat je onafhankelijk bent en het gevoel hebt dat je anderen niet per se nodig hebt. Je stelt je niet afhankelijk op en je krijgt het erg benauwd wanneer anderen zich afhankelijk van jou opstellen. Je gaat dan uit contact.

Angstig vastklampende hechting

De angstig vastklampende hechting wordt, kom je ook tegen onder de namen gepreoccupeerde of ambivalente hechtingsstijl. Je zou het liefst al je gevoelens met anderen delen, maar je merkt vaak dat anderen meer afstand houden dan jij prettig vindt. Persoonlijk en vertrouwelijk contact vind je belangrijk en plezierig, maar je vraagt je af of anderen jou wel zo veel waarderen als jij hen.

Bij deze hechtingsstijl laat je veel van anderen afhangen omdat je de verbinding koste wat kost wilt behouden. Daardoor heb je de neiging om jezelf te verliezen en te toegeeflijk te zijn. Je staat altijd voor een ander klaar, ook als het eigenlijk niet uitkomt. Ergens voel je wel dat je je eigen grenzen over gaat maar als puntje bij paaltje komt, zwicht je toch weer.

Je kunt geheel in beslag genomen worden door de vraag of de verbinding nog wel goed is. Als het even wat minder gaat, zit je in zak en as en ga je frequenter en intensiever contact zoeken om iemand naar je toe te halen. Je kunt radeloos worden en gaan ‘grijpen’ als je het gevoel hebt dat je verlaten wordt.

Gedesorganiseerde/ gedesorienteerde hechting

In het Engels heet de gedesorganiseerde hechting ook wel een ‘unresolved state of mind’. Het ‘unresolved’ heeft betrekking op het trauma van destijds. Je bent op een cruciaal moment, of langdurig, ernstig de steek gelaten, en mogelijk was er dreiging of mishandeling. Je hebt toen de conclusie getrokken dat je niet gewenst bent en dat anderen je liever niet willen, of zelfs een bedreiging vormen.

Omdat je toch moest hechten (we hechten ons hoe dan ook), is hier eerder sprake van een gevoel van overgeleverd zijn aan de ander: je kunt er niet onderuit. Je blijft het liefst uit de buurt, maar je voelt je ook afhankelijk en daardoor verplicht om in de relatie te investeren.

Deze onzekerheid maakt dat je meer met de relatie bezig bent dan je zou willen. Het voelt als een spanning die je moet oplossen. Het leidt tot een ambivalent patroon van contact zoeken, dan weer terugtrekken. Er is een verlangen dat de ander er nu wel voor je is en tegelijkertijd maakt alleen al dat verlangen dat je je kwetsbaar voelt en wilt terugtrekken. 

Continuüm

Een nuancering is hier op zijn plek. De hechtingsstijlen worden vaak in een kwadrant weergegeven. Ik doe dat hierboven ook. Het is overzichtelijk en ordent de informatie. Dat neemt niet weg dat we veilige en onveilige hechting kunnen zien als een continuüm waarbij je meer of minder veilig gehecht kunt zijn.

Hechting hangt nauw samen met de ervaringen die we hebben opgedaan in onze vroege jeugd. Heb je structureel heftige ervaringen van misbruik, verwaarlozing en geweld meegemaakt, dan zul je op het continuüm meer aan de onveilige kant zitten en zal de hechtingsstijl meer en dieper in je persoonlijkheidsstructuur verweven zijn.

Bij mildere ervaringen, of voldoende hulpbronnen, zit je meer aan de veilige kant en kun je weliswaar sterke aanpassingspatronen ontwikkeld hebben, maar zal de impact op de ontwikkeling van je persoonlijkheidsstructuur minder ingrijpend zijn. Ook kun je later terugvallen op voldoende positieve ervaringen als je de negatieve gaat verwerken.

Continuüm van veilig naar onveilig gehecht, waarbij de stijl in toenemende mate verweven raakt met de persoonlijkheidsstructuur.

Hechting en romantische relaties

De manier waarop we hechten krijgt zijn weerslag in overtuigingen over onszelf en anderen. We noemen dat interne werkmodellen. De werkmodellen en de gedragspatronen die hieruit volgen, vormen de kern-ingrediënten van iemands persoonlijkheid. We passen deze werkmodellen toe in nieuwe situaties, nieuwe ontmoetingen, nieuwe contacten en relaties. Hechting speelt dus niet alleen op jonge leeftijd een rol, maar doet dat gedurende het hele leven. 

Ook een romantische liefde kun je zien als een hechtingsproces vergelijkbaar met het hechtingsproces tussen ouder en kind. Dit hechtingsproces wordt beïnvloed door de manier waarop het hechtingsproces in het gezin van herkomst van de beide partners is verlopen. Afhankelijk van de manier waarop hechting vorm krijgt in dat gezin construeert je namelijk werkmodellen van jezelf en de ander, die voorspellen hoe relaties in de toekomst zullen verlopen. 

De vermijdende strategie uit zich in romantische relaties als bindingsangst, en de vastklampende strategie als verlatingsangst. Ben je gedesoriënteerd en gedesorganiseerd gehecht, dan zal je een onvoorspelbare mix van aantrekken en afstoten laten zien, en herken je zowel bindingsangst als verlatingsangst bij jezelf.

Kun je je hechtingsstijl veranderen?

In therapie kijken we naar de patronen, ook wel strategieën genoemd, die je ontwikkelde om in je omgeving geaccepteerd te worden en zorg, liefde, en aandacht te ontvangen. Hechtingspatronen leven hun eigen leven zolang ze onbewust zijn, maar er zijn wel degelijk methodes om deze te veranderen. Als je later in je leven groeit van een onveilige hechtingsstijl naar een veilige hechtingsstijl noemen we dat verworven veilige hechting, of verworven gehechtheid.

Meer lezen? Op deze pagina van Pleegzorg vind je een uitleg van de hechtingsstijlen vanuit het perspectief van het jonge kind.

Susan Vroemen
Over Susan Vroemen
Ik ben psycholoog in Utrecht. In mijn begeleiding sta ik naast je en stel ik de vraag achter de vraag.

 Je bent van harte welkom!

Inhoud

Kan ik je helpen?

Bel gerust of vul het contactformulier in. Ik neem binnen twee werkdagen contact met je op.

Adresgegevens
Christiaan Krammlaan 2
3571 AX Utrecht

Werkdagen zijn maandag, woensdag, donderdag en vrijdag tussen 9.00-17.00 uur. Online afspraken zijn ook mogelijk.


    error: Content is protected !!