Foto: iStock

Hoe overwin je bindingsangst en verlatingsangst in de relatie?

Intro

Bindingsangst en verlatingsangst ontstaan uit onveilige hechtingspatronen. In de vorige blog las je hoe dat werkt, wat bindingsangst en verlatingsangst eigenlijk zijn, en aan welke symptomen je het herkent. In deze blog ga ik verder in op 4 thema’s, of hechtingswonden die je in je relatie kunt ervaren. Het helen van deze wonden zijn de sleutels om bindingsangst en verlatingsangst te overwinnen. Je relatie kan een helende plek worden waar oude wonden genezen en je veilige hechting ontwikkelt.
Inhoudsopgave

Key take-aways

  • Bindingsangst en verlatingsangst zijn hechtingsstijlen in actie: Beide ontstaan uit onveilige hechting en het gevoel dat er geen vanzelfsprekende plek voor je is in relaties.
  • Verschillende uitingen, zelfde wonden: Bindingsangst uit zich als terugtrekken, verlatingsangst als vastklampen, maar beide wijzen op problemen met vertrouwen, autonomie, afstemming en verbinding.
  • Partners met verschillende hechtingsstijlen: Partners met verschillende hechtingsstijlen kunnen elkaar aanvullen en samen groeien, mits er bewustzijn en begrip is.
  • Genezing vereist zelfverantwoordelijkheid: Je partner kan je angsten niet oplossen – je moet zelf contact maken met je behoeften en kleine stappen naar intimiteit zetten.
  • Later veilige leren hechten is mogelijk: Ook als volwassene kun je leren veilig te hechten door bewust aan je patronen te werken en nieuwe ervaringen op te doen.

    Ik vind het belangrijk om je vooraf mee te geven dat we allemaal verschillende hechtingsstijlen kennen. Er zijn namelijk meerdere mensen aan wie we ons al jong hechten. Het is later dan helemaal afhankelijk van welke triggers er in een situatie zijn en de dynamiek met de ander op welke stijl je terug valt. Het kan dus heel goed dat je jezelf zowel in bindingsangst als verlatingsangst herkent. Het is interessant om te onderzoeken wat voor jou de triggers zijn en waarom je die strategie gebruikt om jezelf veiligheid te geven.

    Wat is het verschil tussen bindingsangst en verlatingsangst?

    Bindingsangst uit zich door terugtrekken en vermijden van intimiteit, terwijl verlatingsangst zich uit door constant zoeken naar bevestiging en goedkeuring. Beide ontstaan uit onveilige hechtingspatronen waarbij je niet volledig vertrouwt dat er een plek voor je is in relaties. De onderliggende wonden zijn hetzelfde: gebrek aan vertrouwen, autonomie, afstemming en verbinding. 

    Bij bindingsangst of verlatingsangst ontstaan wonden op het gebied van:

    • Vertrouwen op je plek: er op vertrouwen dat er vanzelfsprekend een plek voor jou is en dat je die mag innemen. Daarnaast gaat het om het vertrouwen dat je in anderen stelt.
    • Afstemming: een gezonde balans in afstemming op wat je zelf nodig hebt, jouw eigen behoeften, en afgestemd zijn op die van de ander.
    • Autonomie: jezelf kunnen zijn en een goed contact hebben met je eigen verlangens en kwaliteiten en van hier uit, in verbinding met anderen, je eigen richting kunnen bepalen.
    • Verbinding: jezelf delen en intiem kunnen zijn met iemand ander.

    Je ziet de vier thema’s met name terug in relaties. Niet alleen romantische relaties trouwens. Ook in een vriendschap of in een werkrelatie kun je problemen in de verbinding vaak goed in kaart brengen aan de hand van deze vier thema’s. 

    In de basis zijn deze thema’s een uitwerking van vertrouwen. Vertrouwen dat je er mag zijn zoals je bent, met je behoeften en je wensen en dat je daarmee veilig bent bij de ander en de ander bij jou. Deze thema’s zijn voor iemand met bindingsangst hetzelfde als voor iemand met verlatingsangst. Het uit zich alleen anders. Hoe ziet dat eruit?

    Vertrouwen: Zowel iemand met bindingsangst als iemand met verlatingsangst heeft het gevoel dat hij niet welkom is. Heb je bindingsangst, dan trek je je liever terug en vertrouw je vooral op zichzelf. Heb je verlatingsangst, dan wil je steeds de goedkeuring van de ander om te weten dat je er mag zijn.

    Afstemming en autonomie: Heb je bindingsangst, dan kun je vaak goed contact maken met je eigen gevoelens en verlangens wanneer je alleen bent. Je kunt ze echter niet goed inbrengen in verbinding omdat je je dan afhankelijk voelt van de welwillendheid van de ander. Je hebt het gevoel dat je niet veel ruimte in mag nemen en hierdoor lever je soms te veel in van je autonomie. Dat voelt niet prettig en dus heb je weer tijd nodig alleen.

    Heb je verlatingsangst, dan stel je je ook niet autonoom op, maar om andere redenen. Je kunt wel contact maken met je gevoelens en wensen in contact met een ander, maar er niet rechtstreeks om vragen. Je gaat eerst aan het werk: heel veel te geven en credits te verdienen. Dan mag je zelf komen met je behoeften. Omdat dit dan uitgesteld is, kan het opeens heel veel zijn en kan de ander zich overvraagd voelen.

    Verbinding: Met bindingsangst heb je de neiging om de mate van intimiteit te beperken en kijk je vaak langere tijd de kat uit de boom voordat je over jezelf deelt. Met verlatingsangst wil je graag snel vertrouwelijke gesprekken waarin veel gedeeld wordt. Als iemand je in vertrouwen neemt, voelt dat als een bevestiging voor jouw persoon.

    Trekken partners met bindingsangst en verlatingsangst elkaar aan?

    Relaties kunnen heel helend zijn en partners kunnen groeien in een relatie. Er wordt wel eens gezegd dat iemand met bindingsangst zich aangetrokken voelt tot iemand met verlatingsangst en andersom. In de praktijk zien we echter alle combinaties. Hoe ziet dat er uit?

    Twee partners met bindingsangst

    Wanneer je bindingsangst hebt en je aangetrokken voelt tot iemand die ook bindingsangst heeft, kunnen jullie lang in de onderzoeksfase blijven. Deze relatie kan heel veilig voelen omdat je alle ruimte krijgt. Jouw partner heeft immers ook zijn eigen leven. Het risico is dat de relatie oppervlakkig blijft, dat je allebei min of meer ‘uit de relatie’ blijft en dat er weinig ‘samen’ is.

    Vaak gaat dit na een tijdje wringen en dan wordt het zoeken naar een manier om elkaar te vinden. Dat is zeker mogelijk als er intussen voldoende vertrouwen gegroeid is. Het kan alleen wat onwennig zijn omdat je het tot dan toe anders hebt gedaan. 

    Twee partners met verlatingsangst

    Hebben jullie allebei verlatingsangst, dan kunnen helemaal opgaan in elkaar. De relatie komt op één te staan en voelt in het begin als een veilige plek. Vaak wordt dat na een tijdje beklemmend. Er is veel ‘zo doen we dat samen’ en er ontstaan ongeschreven regels. Die regels zijn voor jullie allebei beperkend, maar vaak wil een van de twee als eerste wat meer ruimte maken.

    De klus is dan om ieder naast het leven samen ook een eigen leven te ontwikkelen, met eigen contacten en vrienden, en eigen activiteiten en hobby’s. Juist als er wat meer afstand komt, kun je beiden leren dat het veilig blijft omdat de ander altijd weer bij je terug komt. 

    Een partner met bindingsangst en een partner met verlatingsangst

    Een koppel, waarin de een bindingsangst heeft en de ander verlatingsangst, raakt vaak al vanaf het begin bij elkaar de pijnplekken aan. Degene met verlatingsangst heeft het gevoel dat hij de ander moet veroveren. Degene met bindingsangst is steeds zijn eigen ruimte aan het bewaken of probeert deze opnieuw terug te krijgen.

    Dit kan tot strijd leiden en in het slechtste geval tot nieuwe beschadigingen over en weer. Als er meer bewustzijn komt en de partners de dynamiek gaan herkennen, kunnen ze leren om niet meer vanuit hun primaire angst te reageren maar wat meer ruimte te laten voor de ander, waardoor beiden dichter bij elkaar kunnen komen. 

    Een relatie met een veilig gehechte partner

    En natuurlijk kunnen we ook iemand treffen die veilig gehecht is. Ook dan zal de wijze waarop we vanuit onze angst onze veilig gehechte partner benaderen een reactie uitlokken. Maar deze reactie zal rustiger en gematigder zijn. Dit is vaak veiliger voor de angstige partner, die daardoor weliswaar grenzen gesteld krijgt, of juist uitgenodigd wordt, maar minder heftig getriggerd wordt. 

    De relatie als helende plek

    Hechting ontstaat in de uitwisseling. Vertrouwen is er niet zo maar, maar groeit door positieve ervaringen. In de basis geeft iemand met verlatingsangst wat te snel haar vertrouwen. En blijft iemand met bindingsangst daar wat langer bij weg.

    Vervelend maar waar: de ander kan nooit jouw pijn of angsten oplossen. De relatie kan helend zijn omdat je getriggerd wordt in oude ervaringen met de bijbehorende emoties. Oude overtuigingen die je over jezelf en de ander hebt, kunnen zo aan het licht komen. Daar moet je echter vervolgens wel zelf mee aan de slag.

    Hoe kun je verlatingsangst overwinnen?

    Leer contact maken met je eigen behoeften in plaats van alleen op die van de ander te focussen. Wees transparant over wat je wilt zonder de verantwoordelijkheid bij de ander neer te leggen. Luister naar wat de ander wel en niet kan betekenen, en erken wat hij of zij al in de relatie inbrengt. (2)

    Als je handelt uit verlatingsangst ben je vaak erg gericht op wat de ander nodig heeft. Dit om met een omweggetje credits te verwerven om zelf ook te mogen ontvangen. Je hebt het gevoel dat het niet vanzelfsprekend is dat een ander iets voor jou doet, en dat je dat moet verdienen of opeisen. Voor jou is het belangrijk dat je contact maakt met je eigen behoeften. Dan kun je transparant zijn naar de ander over wat je van hem of haar wil, zonder de verantwoordelijkheid bij de ander neer te leggen.

    Het vraagt dat je kunt luisteren naar wat de ander daar wel en niet in kan en wil betekenen. Wanneer je partner niet geeft dat jij wil, is het goed om te kijken naar wat de ander wél in de relatie inbrengt. Omdat je bepaalde verwachtingen hebt of een beeld van wat dat zou moeten zijn, kun je dat zomaar over het hoofd zien. Vriend of vriendin heeft misschien niet een weekendje weg georganiseerd toen jullie een jaar samen waren, maar wel heel lekker gekookt bijvoorbeeld. 

    Hoe kun je bindingsangst overwinnen?

    Begin met het herstellen van contact met je eigen gevoelens wanneer je alleen bent. Stel het automatische ‘ik doe het wel alleen’ ter discussie. Zet kleine stappen naar intimiteit door wat meer van jezelf te delen. 

    Mensen met bindingsangst verlangen ook naar diep contact en intimiteit, het is alleen zo dat dit hen, wanneer het te veel en te snel is, angst inboezemt. Sommige mensen lossen dit op door in verschillende vriendschappen een stukje van zichzelf te delen. Er is bijna niemand die het totaalplaatje te zien krijg. Dit kan een mooie tussenoplossing zijn, die het voor dat moment veilig genoeg maakt om te delen, te leren dat je anderen kunt vertrouwen, en te leren bij welke mensen je dat prettig vindt om te doen. 

    Het vanzelfsprekende ‘ik doe het wel alleen’, mag je wat vaker ter discussie stellen. Vaak is het muurtje zo vanzelfsprekend geworden dat je zelf ook niet goed contact hebt met je gevoelens en geen idee hebt wat er in je omgaat. De eerste stap is dan om dit contact in jezelf te herstellen. Van daaruit kun je kleine stappen naar de ander zetten. 

    Zowel voor bindings- als verlatingsangst geldt:

    Voor beiden geldt: als je in een conflict met de ander merkt dat je vanuit een innerlijke angst spreekt, die niet in verhouding staat tot wat die ander zegt of doet, neem dan verantwoordelijkheid voor die angst. Dat doe je door te herkennen dat dit iets van jou is en dat het los staat van de ander. Ga na wat er in jou geraakt is, en welke pijn er in jou leeft, en geef jezelf wat je nodig hebt.

    Hoe kun je veilig leren hechten?

    Zoals gezegd hebben bindingsangst en verlatingsangst hun wortels in de hechting. Het zijn eigenlijk twee overlevingsstrategieën of hechtingspatronen in actie. Als je de patronen wilt veranderen die voorvloeien uit een onveilige hechting is het goed om je te weten dat je later in je leven alsnog veilig kunt hechten. We noemen dat verworven veilige hechting

    Belangrijk hierbij is om je te realiseren dat bindingsangst en verlatingsangst, maar ook de hechtingsstijlen zelf, een vrij grove indeling weergeven. De werkelijkheid is veel genuanceerder. Zo is de ene persoon met verlatingsangst jaloers en claimend, terwijl de ander heel dienstbaar is en juist niet veeleisend. En kan de ene persoon met bindingsangst vooral erg afwezig zijn en opgaan in zijn eigen gedachtenwereld, terwijl de ander heel aanwezig en bepalend is in de voorwaarden voor contact die hij stelt. 

    Als je wilt veranderen, helpt het om te gaan onderzoeken hoe dat bij jou zit en hoe jouw hechtingspatronen in elkaar zitten. Verworven veilige hechting is mogelijk door bewust je hechtingspatronen te onderzoeken en kleine stappen te zetten naar verandering. De relatie kan een oefenplaats zijn om nieuwe, veiligere patronen te ontwikkelen. (4)

    Gemis en tekort

    Besef dat er zowel bij bindingsangst als bij verlatingsangst in de hechtingsgeschiedenis gemis en tekort is geweest. Dat is de reden dat je een bepaalde leegte in jezelf kunt ervaren op het moment dat je je vertrouwde strategie loslaat. Iemand met verlatingsangst verlangt er naar om nu wel echt gezien en gehoord te worden, en iemand met bindingsangst wil dolgraag een manier vinden om af en toe achter zijn muurtje uit te komen.

    Dit zijn verlangens die getriggerd worden door de relatie zelf, en alleen al dat te voelen is doodeng. Het helpt als je je hiervan bewust bent en je eigen verlangen hierin leert kennen. Je voelt je dan sterker en vindt meer basis in jezelf. Gek genoeg maakt die stevigheid het dan vaak veilig genoeg om een ander echt toe te laten. 

    Conclusie

    Bindingsangst en verlatingsangst zijn in essentie verschillende uitingen van dezelfde onderliggende wonden: problemen met vertrouwen, afstemming, autonomie en verbinding. Hoewel ze zich anders manifesteren – de een maakt een terugtrekkende beweging, en de ander trekt juist naar de ander toe – hebben beide hun oorsprong in onveilige hechtingservaringen.

    Het belangrijkste inzicht is dat de ander nooit jouw pijn of angsten kan oplossen. De relatie kan wel een helende plek zijn omdat je hier veilig kan leren hechten. Daar moet je echter vervolgens wel zelf mee aan de slag.

    Voor beide patronen geldt: leer je eigen angst herkennen wanneer deze niet in verhouding staat tot de situatie, neem daar verantwoordelijkheid voor, en geef jezelf wat je nodig hebt. Van deze stevigere basis kun je kleine stappen zetten naar meer intimiteit en verbinding. Helen gaat van binnen naar buiten.

    Veelgestelde Vragen

    Kun je zowel bindingsangst als verlatingsangst hebben?

    De meeste mensen hebben verschillende hechtingsstijlen die in verschillende situaties naar voren komen. Afhankelijk van je triggers en de dynamiek met je partner kun je soms bindingsangst en soms verlatingsangst ervaren. Het is belangrijk om te onderzoeken wat voor jou de specifieke triggers zijn.

    Trekken mensen met bindingsangst en verlatingsangst elkaar aan?

    Niet altijd – alle combinaties komen voor. Twee partners met bindingsangst ontwikkelen soms weinig ‘samen’, en twee partners met verlatingsangst kunnen erg versmelten. Een bindingsangstige en verlatingsangstige partner triggeren elkaar vaak. Alle partner-combinaties kunnen samen groeien. 

    Is het mogelijk om een gezonde relatie te hebben met bindings- of verlatingsangst?

    Veel mensen met bindings- of verlatingsangst hebben gezonde, liefdevolle relaties. Het vraagt bewustzijn, communicatie over je behoeften, en een partner die begrip toont. Kleine stappen naar echte intimiteit en het delen van je gevoelens kunnen een groot verschil maken.

    Wat doe je als je partner bindingsangst of verlatingsangst heeft?

    Toon geduld en begrip, maar stel ook je eigen grenzen. Communiceer helder over je behoeften en verwachtingen. Moedig je partner aan om professionele hulp te zoeken als de patronen destructief worden. 

    Wil je dieper ingaan op dit onderwerp? Lees ook deze artikelen:

    Bronnen

    1. Simpson, J. A. (2016). Adult attachment, stress, and romantic relationships. Current Opinion in Psychology, 13, 19-24.
    2. Li, W., Zhang, J., Chen, L., & Wang, X. (2025). The relationship between childhood trauma and romantic relationship satisfaction: The role of attachment and social support. Frontiers in Psychiatry, 15, 1519699.
    3. Hazan, C., & Shaver, P. (1987). Romantic love conceptualized as an attachment process. Journal of Personality and Social Psychology, 52(3), 511-524.
    Susan Vroemen
    Kan ik je helpen?

    Museumlaan 2
    3581HK Utrecht

    Heb je een vraag of wil je een afspraak maken? Vanaf medio oktober heb ik weer ruimte voor nieuwe trajecten. Je kunt me bellen of het contactformulier hieronder invullen. Mocht ik niet opnemen, laat dan gerust een berichtje achter op mijn voicemail. Ik neem altijd binnen twee werkdagen contact met je op.

    error: Content is protected !!