Bindingsangst en verlatingsangst in relaties

Inhoud

Partners die elkaar bij de hand vasthouden. Bij bindingsangst en verlatingsangst is het soms moeilijk om elkaar te vinden.
Foto: Taylor Hernandez

Iemand met bindingsangst is bang om zijn vrijheid te verliezen, wil zich niet vastleggen maar laat liever alles open, en ervaart een ander al snel als ‘te veel’. Iemand met verlatingsangst zoekt bevestiging, heeft een neiging tot vastklampen en aanpassen, en wil continu in contact met de ander zijn.

Ze lijken twee tegenpolen, maar bindingsangst en verlatingsangst gaan beiden over angst voor verlies van liefde en aandacht, en hoe je afwijzing kunt voorkomen. Zowel bindingsangst als verlatingsangst zijn pogingen om jezelf te beschermen. Voor beide is het moeilijk om je kwetsbaar op te stellen en je gevoelens te delen met een ander, alleen de manier waarop dit tot uitdrukking komt in een relatie verschilt.

Bij bindingsangst probeer je bij jezelf te blijven door je af te sluiten en de ander vooral op jouw voorwaarden toe te laten. Bij verlatingsangst wil je juist steeds bij de ander zijn, en geef je jezelf continu weg. 

Hoe herken je bindings- en verlatingsangst, wat zijn de kenmerken, hoe ontstaat het, en wat kun je eraan doen als je het bij jezelf of je partner herkent? 

Bindingsangst in relaties

Mensen met bindingsangst ervaren stress en benauwdheid als een ander te dichtbij komt. Dat kan in een partnerrelatie zijn, maar ook in vriendschapsrelaties. Je hebt snel het gevoel dat de ander te dichtbij komt, en te snel en te veel van je wil. Als de ander het liefst al ver van te voren gezamenlijke activiteiten wil vastleggen, voel jij je al snel minder vrij om zelf te kiezen. Je hebt wat meer tijd nodig om je te openen en je te verbinden. 

Als je gevoelig bent voor bindingsangst dan voelt een relatie snel drukkend. Je wordt sneller overspoeld door je eigen emoties en die van de ander en dat gebeurt zeker als je de ander ervaart als claimend (die appt bijvoorbeeld meteen na een date wanneer hij of zij je weer ziet). In het begin hou je liever wat meer afstand en het is fijn als je ruimte ervaart om bij jezelf te voelen dat je zelf ook behoefte hebt aan het contact met de ander. 

Kenmerkend voor bindingsangst is dat je graag een muurtje om je heen bouwt. Een strategie om dit te doen is door heel kritisch zijn over het gedrag van de ander en de relatie. Dit helpt je om afstand te houden. In feite ben je bang om gekwetst te worden als je je kwetsbaar opstelt. Het kan daarom best even duren voordat je je diepere gevoelens in een vriendschap of met een partner deelt. 

Symptomen van bindingsangst 

Hoe herken je bindingsangst? In het lijstje hieronder staan de belangrijkerste kenmerken opgenoemd. Het is niet compleet, maar je kunt het gebruiken om te kijken wat je bij jezelf herkent.

  • Jij zal je partner niet zomaar vertrouwen; daar gaat langere tijd overheen. Helaas kun je, wanneer het vertrouwen er wel is, zo weer in het wantrouwen schieten als er iets gebeurt;
  • Je zorgt ervoor dat je niet afhankelijk wordt van je partner en hebt er moeite mee als je partner zich afhankelijk van je opstelt. Ook als dat maar tijdelijk is;
  • Je vindt het lastig om dingen over jezelf te delen;
  • Je kunt je moeilijk overgeven aan de nabijheid van je partner. Je gaat ervan uit dat het niet voor altijd duurt en je anticipeert al op het afscheid (ook al gaat het om kleine dingen, zoals je partner die met zijn vrienden op stap gaat), waardoor je je niet echt verbindt.

Verlatingsangst

Bij verlatingsangst ben je bang dat de ander bij je weg gaat of dat de persoon waar je veel om geeft iets overkomt. Omdat je zo bang bent, ben je steeds op zoek naar signalen dat het goed zit tussen jullie. Je vraagt veel aandacht, waardering en erkenning voor de dingen die je voor de ander doet. Je wilt de ander absoluut geen aanleiding geven om aan de relatie te gaan twijfelen en dat maakt dat je erg op de behoeften van de ander gericht bent, en die van jezelf dan vergeet.

Dit zorgt voor een onevenwichtigheid in de relatie. De ander krijgt niet eens de ruimte om te kunnen zien wat jouw behoeften zijn en heeft vaak niet gevraagd om wat jij allemaal geeft. Ook krijgt hij of zij steeds het gevoel dat hij in de schuld staat omdat er een disbalans tussen geven en nemen ontstaat. En ergens ben jij zelf gefrustreerd dat je niet terug krijgt wat je in de relatie stopt. Dit versterkt weer je gevoel van onzekerheid en dat je niet goed genoeg bent. 

Symptomen van verlatingsangst:

  • Je hebt niet echt geleerd om te vertrouwen en daardoor is jouw vertrouwen soms meer ‘overgeven’. Daarmee leg je jouw wel en wee als het ware in de handen van jouw partner. Voor veel partners is dat een te zware verantwoordelijkheid;
  • Je wil graag de hele tijd in contact met je partner zijn. Alles heeft echter zijn ritme en ook nabijheid en afstand. Als je partner weer op zichzelf wil zijn, voel je dat als een afwijzing;
  • Je maakt je veel zorgen dat jij meer om je partner geeft dan hij/zij om jou. Je kunt je dan zo onzeker gaan voelen dat je dat gaat testen;
  • Je zoekt naar manieren om ‘even in beeld te zijn’ als je het gevoel hebt dat je het contact verliest. Je kunt echter de mate en intensiteit van het contact lastig afstemmen op de behoefte van je partner, die zich overweldigd kan voelen.

Hoe ontstaan bindingsangst en verlatingsangst?

Bindingsangst en verlatingsangst ontstaan op het moment dat de nabijheid en liefde van een ander onveilig is. Dit kan in je jeugd zijn geweest in de manier waarop je gehecht bent. Het kan ook ontstaan op volwassen leeftijd. Bijvoorbeeld als je je te lang bevond in een ongezonde relatie, je partner vreemdging, je geliefde plotseling overleed of na een echtscheiding. Liefde ontvangen en geven is niet meer vanzelfsprekend. 

In deze blog kijken we naar de invloed van hechting en daarvoor gaan we terug naar onze eerste liefdesrelaties: die met onze ouders. We leren in de eerste jaren van ons leven, in relatie met onze ouders over veiligheid, vertrouwen, en intimiteit met belangrijke anderen. En we ontwikkelen strategieën om situaties, waarin de verbinding lijkt weg te vallen, het hoofd te bieden.

Kinderen zoeken naar contact en verbinding. Wanneer je bang, verdrietig of overstuur bent, heb je troost en de liefdevolle aanwezigheid van een ouder nodig. Je leert dan dat je de moeite waard bent om liefde en aandacht te ontvangen en dat de ander heel erg bereid en beschikbaar is om die te geven. 

Krijg je dat niet, en is een ouder of verzorger (emotioneel) afwezig en niet afgestemd op jouw behoeften, dan ervaar je dat als dat je niet de moeite waard bent om liefde te ontvangen. De ander is onbetrouwbaar en onveilig. Je gaat óf beter je best doen om die liefde en aandacht alsnog te verdienen, óf je gaat het in je eentje oplossen. De eerste is de angstig gepreoccupeerde, ofwel vastklampende, hechtingsstijl. De tweede is de vermijdende hechtingsstijl. Je herkent hier al de strategieën van bindingsangst en verlatingsangst.

Hechting en de manier waarop we partnerrelaties aangaan

Onderzoeken laten zien dat we onze hechtingsstrategieën terugzien in hoe we  (intieme) relaties aangaan. In onze hechting ontwikkelen we bepaalde overtuigingen en verwachtingen over onszelf en de ander die bepalend zijn voor hoe we ons later gedragen. 

In de basis draait het om de grote vraag: ‘Ben ik veilig bij jou of niet?’ Mensen hebben een aangeboren hechtingssysteem. We lezen aan de gezichten, lichaamshouding en acties van anderen af of we verbonden zijn met elkaar. Als er signalen zijn dat de verbinding verbroken is, of dreigt te raken, dan word je getriggerd in dit hechtingssysteem. Dat kan al iets kleins zijn zoals dat de ander later thuis komt dan afgesproken. En het kan iets groots zijn, zoals vreemd gaan. 

Je hechtingssysteem wordt door deze trigger ‘aan’ gezet en dat betekent dat je probeert om de verbinding te herstellen. Degene met verlatingsangst (vastklampende hechtingsstrategie) gaat zorgen dat hij zo snel mogelijk weer in contact is met de ander, en wil bevestiging dat alles weer goed is. Degene met bindingsangst (vermijdende hechtingsstrategie) neemt afstand om zijn emoties weer tot rust te brengen. Pas dan komt er weer ruimte om terug in contact te gaan.

“Kan ik zowel bindingsangst als verlatingsangst hebben?”

Dit is een vraag die ik vaak hoor. En ja, dat kan. Sterker nog: dat komt veel voor. De meeste mensen zijn in de basis veilig gehecht. Toch kennen we allemaal ook onveiligheid. De meesten van ons bewegen tussen de hechtingsstijlen op en neer al naar gelang de context.

Je ontwikkelt op basis van de ervaringen met je ouders een bepaalde stijl, maar in je latere ervaringen, bijvoorbeeld andere vriendschaps- of liefdesrelaties, kun je andere patronen aanleren. We wisselen onder verschillende omstandigheden. Vaak is er een ‘favoriet’ waar we in stress-situaties in naartoe gaan. Het is dan afhankelijk van wat er in een specifieke relatie op dat moment getriggerd wordt, vanuit welke stijl je reageert. 

4 kernthema’s die verstoord raken

Er zijn vier thema’s die verstoord raken als je bindingsangst of verlatingsangst hebt. En dat zie je met name terug in relaties. Niet alleen romantische relaties trouwens. Ook in een vriendschap of werkrelatie kun je problemen in de verbinding vaak goed in kaart brengen aan de hand van deze vier thema’s. In de blog Verliefd! Hoe overwin je bindingsangst en verlatingsangst in de relatie? lees je meer over deze thema’s en wat je er aan kunt doen om je

Interessant om verder te lezen:

Susan Vroemen
Over Susan Vroemen
Ik ben psycholoog in Utrecht. In mijn begeleiding sta ik naast je en stel ik de vraag achter de vraag.

 Je bent van harte welkom!

Inhoud

Kan ik je helpen?

Bel gerust of vul het contactformulier in. Ik neem binnen twee werkdagen contact met je op.

Adresgegevens
Christiaan Krammlaan 2
3571 AX Utrecht

Werkdagen zijn maandag, woensdag, donderdag en vrijdag tussen 9.00-17.00 uur. Online afspraken zijn ook mogelijk.


    error: Content is protected !!