Vrouw met gebogen hoofd. Zij beeldt de fawn-respons uit.
Foto: Velizar Ivanov op Unsplash

Fawn-respons: een slimme reactie op fysieke én sociale dreiging

10 mei 2024, laatste update: 3 augustus 2025

Inhoudsopgave

Susan Vroemen
Susan Vroemen
Psycholoog
De fawn-respons is een minder bekende, maar veelvoorkomende reactie op dreiging of gevaar. Waar we vaak denken aan vechten, vluchten of bevriezen, is fawning – het jezelf kleiner maken en de ander pleasen om escalatie te voorkomen – minstens zo belangrijk om te herkennen.  Veel mensen worstelen met gevoelens van schaamte of schuld nadat ze zich in bedreigende situaties hebben aangepast aan de wensen van een ander. Dit gebeurt niet alleen bij fysiek of verbaal geweld, maar ook bij sociale dreiging zoals pesten, uitsluiting of subtiele vormen van afwijzing. Ook dan kan fawning optreden als poging om erbij te blijven horen en verdere schade te voorkomen. Begrijpen waarom je hersenen deze slimme overlevingsstrategie inzetten, helpt je om milder naar jezelf te kijken en het herstelproces te starten. In deze blog lees je wat de fawn-respons precies is, hoe je het herkent, waarom het ontstaat en wat je kunt doen om weer in contact te komen met je eigen behoeften. Ook vind je antwoorden op veelgestelde vragen en praktische tips voor herstel.

In essentie

  • Fawning is een automatische overlevingsreactie op dreiging. De fawn-respons is een stressreactie waarbij je je onderwerpt om gevaar of escalatie te vermijden. In tegenstelling tot fight, flight of freeze, richt fawning zich op het gunstig stemmen van de ander als overlevingsstrategie.
  • Fawning is niet alleen een reactie op fysiek gevaar, maar ook op sociale dreiging zoals pesten, roddel en buitensluiting. Fawning ontstaat uit een diepe behoefte aan veiligheid en verbinding.
  • Fawning kan leiden tot schuldgevoelens en verlies van zelfwaarde. Na afloop van de situatie ervaren veel mensen schaamte, zelfverwijt of vervreemding van hun gevoelens, omdat ze zichzelf in de steek hebben gelaten om veilig te blijven.
  • Het verschil tussen fawning en people-pleasing zit in de context van dreiging. Fawning vindt plaats bij daadwerkelijke dreiging in het hier-en-nu, terwijl people-pleasing een aangeleerd gedragspatroon is dat ook zonder werkelijke dreiging maar uit gewoonte kan optreden.
  • Traumabonding is een extreme vorm van fawning. Bij traumabonding ontstaan positieve gevoelens voor de persoon die de oorzaak is van het gevaar. Dit komt voort uit de menselijke behoefte aan hechting in omstandigheden van afhankelijkheid en dreiging.
  • Herstel vraagt om erkenning, zelfcompassie en soms professionele hulp. Therapieën zoals EFT, focusing of traumatherapie kunnen helpen om weer contact te maken met eigen gevoelens, schuld en schaamte te verwerken, en de autonomie te herstellen.

Wat is de fawn-respons?

De term fawn-respons werd bekend door therapeut Pete Walker (2013), die deze reactie typeert als een strategie om bij dreiging of afwijzing door een ander jezelf kleiner te maken, te pleasen en zo veiligheid te waarborgen. Dit gedrag ontstaat niet uit zwakte, maar als slimme overlevingsstrategie van de hersenen om schade te minimaliseren.

Je stelt je zeer behulpzaam en coöperatief op, zelfs als dat nadelig is voor jouzelf. Je zet op dat moment je eigen behoeften en ‘waarheid’ opzij. Dat betekent dat je volledig voorbij gaat aan je eigen gevoelens, waarden en normen. 

Dit is ook precies waar je later, als het gevaar geweken is, last van krijgt. Je hebt jezelf verraden en in de steek gelaten. Dat doet iets met je eigenwaarde en zelfvertrouwen. Voor herstel is het daarom enorm belangrijk dat je begrijpt hoe de fawn-response werkt.

Fight, flight, freeze en … fawn

Mensen reageren op gevaar met vier basisreacties: vechten, vluchten, bevriezen of fawning. 

  • Fight (vechten)
  • Flight (vluchten)
  • Freeze (bevriezen)
  • Fawn (onderwerpen)

Angst is een belangrijke emotie. Het waarschuwt ons voor gevaar en zit diep in ons zenuwstelsel verankerd. Als er gevaar is, besluiten onze hersenen razendsnel hoe we het gevaar kunnen afwenden en de schade tot een minimum beperken. 

Zoals onder meer traumadeskundigen als Peter Levine (2010) en Stephen Porges (2011) beschrijven, nemen je hersenen bij dreiging razendsnel beslissingen buiten je bewuste wil om. Volgens Porges zet het zenuwstelsel dan soms sociale strategieën in zoals appeasement of onderwerping om de dreiging te neutraliseren. 

Angst- en stressreacties zijn automatische reacties die supersnel gaan. Je bewuste hersenen (de neocortex) doen hieraan niet echt mee. Dit is een ‘cadeautje’ vanuit de evolutie. Als er gevaar dreigt, heb je niet de tijd om op je gemak een goede afweging te maken. Het waren ‘de snelle beslissers’ overleefden. 

De fawn-respons of fawning is een normale angst-respons en komt veel voor. Hij wordt echter vaak niet als zodanig herkend. Het lijkt veel op meegaand gedrag, maar er zit veel angst onder. 

Hoe herken je de fawn-respons?

Fawning herken je aan extreem meegaand en pleasend gedrag in bedreigende situaties. Je stemt in met de ander, vermijdt confrontatie en zet je eigen mening of gevoel opzij om de situatie veilig te houden. Dit gebeurt vaak bij machtsmisbruik, pesten of partnergeweld.

Fawning betekent letterlijk onderwerping. In de dierenwereld (als je bijvoorbeeld een hond hebt, zal dit heel herkenbaar zijn) zie je dat een dier op zijn rug gaat liggen met zijn buik naar voren als hij bedreigd wordt door een soortgenoot. Op die manier laat hij merken dat hij zich onderwerpt aan de grotere en sterkere. 

Bij mensen uit fawning zich in sterk meegaand, vriendelijk en pleasend gedrag. Dit doe je in reactie op een persoon die beschadigend gedrag laat zien en die daarmee een bedreiging voor je vormt. Je maakt je kleiner en maakt duidelijk dat je geen bedreiging voor de ander bent. Dat doe je door in te stemmen en geen weerwoord te geven. Je laat niet merken dat je een andere mening hebt, maar je stelt je coöperatief en toegeeflijk op. Het hogere doel op dat moment is om de ander te kalmeren, zodat de situatie weer veilig wordt.

Het is belangrijk om te benadrukken dat dit een angst-respons is en dat het dus niet zo is dat degene die fawnt het eens is met degene die beschadigend gedrag laat zien. Het is gewoon een slimme oplossing van de hersenen om iemand, die kwaadwillend is of zichzelf niet in de hand heeft, te de-escaleren. 

Waarom kiezen hersenen voor fawning in plaats van vechten of vluchten?

De hersenen kiezen voor fawning als vechten of vluchten geen haalbare opties zijn, bijvoorbeeld bij afhankelijkheid of een machtsverschil. Het doel is om zonder kleerscheuren uit de situatie te komen door de ander gunstig te stemmen.

  • Aanvallend gedrag met dreiging van fysieke beschadiging
  • Seksueel misbruik (aanranding, verkrachting)
  • Pesten of intimidatie (ook alleen verbaal)
  • Uitsluiting, roddel of reputatieschade binnen sociale groepen
  • Machtsmisbruik in afhankelijkheidsrelaties
  • Partnergeweld

Hoewel fawning vaak in verband wordt gebracht met direct fysiek gevaar of machtsmisbruik, kan het ook optreden bij sociale dreiging. Denk aan pesten, roddel, subtiele buitensluiting of het risico om uit de groep gestoten te worden. In evolutionaire zin vormt verlies van sociale inbedding een serieuze bedreiging: alleen zijn betekende vroeger minder overlevingskans.

Ook in het hier-en-nu zijn we sterk gericht op verbonden blijven. Wanneer je wordt genegeerd, belachelijk gemaakt of systematisch buitengesloten, kan je systeem dit waarnemen als existentiële dreiging. Pesten, roddel en kwaadsprekerij zijn sociale dreigingen. De reactie kan dan zijn dat je je kleiner maakt, je aanpast, je mening inslikt of probeert de sfeer te herstellen – allemaal strategieën om opnieuw verbinding te maken of de uitsluiting te stoppen.

Veel mensen die gepest zijn (op school, op het werk of binnen het gezin) herkennen achteraf dat ze zich anders zijn gaan gedragen om erbij te blijven horen. Niet zelden leidt dit tot vervreemding van het eigen zelf, omdat het aangepast gedrag steeds meer een tweede natuur wordt. Herstel begint bij het zien dat deze aanpassing een normale, begrijpelijke reactie was op een onveilige sociale context.

Fawning kan leiden tot schaamte en verlies van eigenwaarde

Volgens Walker (2013) lopen mensen met een fawn-ervaring vaak rond met chronische gevoelens van schaamte en zelfverwijt, juist omdat hun overlevingsstrategie gericht was op onderwerping en aanpassing. Hoewel het als overlevingsgedrag nodig was en het je door een moeilijke situatie geholpen heeft, doet het wel wat met je.

Na afloop van de situatie ervaren veel mensen schaamtegevoelens, zelfverwijt of vervreemding van hun gevoelens, omdat ze zichzelf in de steek hebben gelaten om veilig te blijven. Brené Brown (2012) laat in haar werk zien hoe schaamte je kan isoleren en hoe belangrijk het is om opnieuw verbinding te maken met jezelf en met anderen. Haar inzichten zijn behulpzaam voor wie na fawning worstelt met zelfbeeld en herstel.

Fawning is een normale reactie in een ongezonde situatie

Fawning is, zoals ook Bessel van der Kolk (2018) en Judith Herman (1992/2016) benadrukken in hun werk over trauma, een normale respons op een onveilige of overweldigende situatie waarin directe zelfbescherming via de andere routes niet mogelijk is.

Wanneer we angstig worden door een fysieke of sociale bedreiging worden de amygdala actief. De amygdala zijn amandelvormige hersengebiedjes die belangrijk zijn bij het verwerken van de prikkels van onze waarneming. Als iets in je omgeving wijst op een potentieel gevaar, dan wordt de angst-respons automatisch in werking gezet. 

Onze hersenen beslissen in een split-second welke respons (fight, flight, freeze, of fawn) wordt ingezet. Daarbij is de intentie altijd om zo min mogelijk schade op te lopen. 

Wanneer de amygdala actief worden, krijgen zij de beslissingsbevoegdheid. De frontale en prefrontale cortex, waar rationele afwegingen gemaakt worden, en die we gebruiken om woorden en zinnen te formuleren, worden als het ware ‘uit’ gezet. Eerst overleven en jezelf in veiligheid brengen, dan pas weer nadenken en communiceren. 

Daarom is het moeilijk om beslissingen te nemen en te verwoorden wat er speelt zolang de situatie voortduurt. Dit betekent ook dat wanneer je uit het directe contact bent, maar de ander nog steeds kwaad kan doen, je zal blijven pogen de ander gunstig te stemmen en je alle triggers die negatief gedrag kunnen uitlokken zal vermijden. De amygdala blijven nog steeds ‘aan’ staan. 

Voor vertrouwenspersonen, mediators, klachtenfunctionarissen, en hulpverleners is dit belangrijk om mee te nemen. Een gesprek met degene die zich bedreigd of geïntimideerd voelt, zal weinig opleveren zolang de persoon die beschadigend is nog invloed uitoefent, of wanneer de situatie vraagt dat jouw cliënt ‘de bully’ nog ontmoet. Je zult eerst veiligheid moeten bieden.

Wat is het verschil tussen fawning en people-pleasing?

People-pleasing is een gedragspatroon dat je vaak al jong hebt geleerd. Het kan ontstaan omdat je vanuit je gezin van herkomst hebt geleerd om altijd andere mensen voorop te zetten. Of dat het belangrijk is om aardig gevonden te worden en dat je dat bereikt door de ander te pleasen.

Ook hier kunnen hele pijnlijke en traumatische ervaringen in het verleden ten grondslag liggen. Mensen die ervaringen hebben van gekwetst worden, afwijzing, of waarbij hun integriteit werd geschonden, kunnen anderen gaan pleasen om beschadigend gedrag in de toekomst te voorkomen. 

Als je deze ervaringen structureel, op jonge leeftijd, of in een kwetsbare periode later in je leven meemaakt dan doet dat iets met je zelfbeeld. Je krijgt het gevoel dat je niet de moeite waard bent en niet vanzelfsprekend geaccepteerd wordt om wie je bent. Ook kun je anderen als onveilig gaan ervaren. In jouw ervaring is een ander onvoorspelbaar en deze kan zich tegen je keren. 

Het pleasende gedrag slijt zich op beide manieren in je gedragspatroon in. Je zet het in veel situaties standaard in. 

Het verschil met fawning is dat er bij fawning wel degelijk in het hier-en-nu een dreiging is: iemand bedreigt je fysieke of sociale integriteit. People-pleasing is onderdeel van de fawn-respons maar kan ook zonder dreiging standaard ingezet worden omdat het een aangeleerd gedragspatroon is geworden. 

Fawning en traumabonding

Een specifieke vorm van fawning is traumabonding. Bij traumabonding zien we dat degene die bedreigd wordt niet alleen probeert om de persoon die escaleert te kalmeren en gunstig te stemmen, maar ook positieve, vaak liefdevolle gevoelens ontwikkelt voor deze persoon. Het is een vorm van een traumaband.

Dit fenomeen is in de literatuur in de jaren ’70 bekend geworden als het Stockholm-symdroom na de gijzeling bij de Kreditbanken in Stockholm in 1973. Het Stockholm-syndroom verwijst naar de sympathie die de gegijzelde ontwikkelt voor zijn gijzelnemer in omstandigheden van absolute afhankelijkheid. De gijzelnemer voorziet in de basisbehoeften van het slachtoffer, kent kleine gunsten toe, en kan hem wel of geen pijn doen. Hij beslist over leven en dood. 

De gegijzelden in Stockholm namen het voor hun gijzelnemers op, zelfs nog ná de gijzeling. Tijdens de verhoren hielden ze zich in ten voordele van de gijzelnemers. De psychiater Nils Bejerot, die de gegijzelden toen bijstond, heeft dit het Stockholm-syndroom genoemd. 

De trauma-band ontstaat vanuit de basale, menselijke behoefte aan hechting. Mensen hechten zich om te overleven. Juist in tijden van dreiging zoeken we een hechtingsfiguur. Dat is degene die ons leven kan redden en van wie we daarvoor afhankelijk zijn. In geval van een gijzeling is dit dus, paradoxaal genoeg, de gijzelnemer. En in situaties van mishandeling en misbruik is het degene die dit initieert. Zeker als er geen ander persoon is, die de agressor corrigeert. 

In de jaren ’90 heeft Patrick Carnes de naam traumabonding geïntroduceerd. Carnes definieert traumabonding als disfunctionele hechtingsbanden die ontstaan in een context van gevaar, schaamte, of uitbuiting.  

Meer recent (2022) is een artikel verschenen van onderzoekers die zich baseren op de polyvagaaltheorie. Zij pleiten ervoor om de termen Stockholm-syndroom en traumabonding te vervangen door ‘appeasement’. Appeasement betekent letterlijk vertaald: kalmeren, de-escaleren. Dit is precies wat je doet. De verwachting van de onderzoekers is dat het het gebruik van deze term je kan helpen om de traumaband af te leggen en de schuld- en schaamtegevoelens over je eigen reactie beter te kunnen verwerken. 

Fawning niet altijd terecht?

In sommige blogs lees je de aanname dat mensen, die de fawn-respons toepassen, vaak ervaringen van geweld en (complex) trauma in hun geschiedenis hebben. Ze hebben geleerd dat dit de beste manier is om zichzelf in veiligheid te brengen. Dit zouden ze dan later ook toepassen in situaties waarin dat niet aan de orde is. Ze zouden een dreiging waarnemen die er niet is.

Fawning is een angst-respons en treedt op in situaties waarin er wel degelijk een dreiging is doordat een ander beschadigend gedrag vertoont. Wanneer het paadje in je hersenen al aangelegd is door eerdere ervaringen, zul je de dreiging eerder herkennen en juist scherper waarnemen. En het is zeker ook mogelijk dat dit paadje in je hersenen al vaker doorlopen is en dat je daar sneller inschiet. Echter: het treedt niet op zonder dat een ander daadwerkelijk beschadigend is in het hier-en-nu. Er is wel degelijk een realistische trigger. Dit ontkennen en afdoen als een ingebeelde, of vertekende waarneming, is niet juist.

Wat wel zo is, is dat de bedreiging in het hier-en-nu de machteloosheid van toen oproept. Er zijn nu vaak meer, en andere, mogelijkheden om hulp in te roepen. Maar een partner die slaat, slaat daadwerkelijk. Een pester op het werk die intimiderend is, is daadwerkelijk intimiderend. Echter: in het hier-en-nu kun je hulp inschakelen, een klacht indienen of een vertrouwenspersoon inschakelen.  

Therapie

De fawn-respons is een normale reactie tegenover iemand die (sociaal) bedreigend is. Het is niet iets wat je af moet leren, net zoals je niet af moet leren om te vluchten wanneer er gevaar dreigt. Het is wel fijn als je leert hoe je weer contact kunt maken met je eigen gevoelens.

Lichaamsgerichte benaderingen en mindfulness-gebaseerde technieken kunnen helpen om de angst-respons te reguleren en het contact met jezelf te herstellen. Je leert om op te merken wanneer de angst-respons geactiveerd wordt en om gevoelens van machteloosheid te herkennen. En je leert om jezelf weer te kalmeren, waardoor je weer de beschikking krijgt over je ‘denkende’ hersenen. Hierdoor kun je na de dreiging sneller herstellen en een stap zetten naar hulp. 

De schade van fawning is dat je tegenover iemand met beschadigend gedrag hebt gestaan en dat je je over je eigen gevoelens als boosheid en verbijstering heen hebt moeten zetten. Als je dit langere tijd hebt moeten doen, dan kun je het contact met je eigen gevoel verloren zijn.

Of je hebt de signalen, die je achteraf vaak helder ziet, genegeerd en bent het vertrouwen in jezelf verloren. Een therapie als EFT of focussen kunnen je helpen om weer contact te maken met je eigen gevoelens en om de gebeurtenissen te integreren.

Een effect van de fawn-respons is dat het je eigenwaarde kan verlagen. Je hebt je klein gemaakt ten opzichte een ander en dingen over je heen laten komen om erger te voorkomen. Ook al weet je rationeel dat je niet anders kon, dan nog hou je er vaak nare gevoelens aan over. Schuld en schaamte en een negatieve dialoog in je hoofd kunnen de boventoon voeren. Het is belangrijk om ruimte te maken om deze gevoelens te verwerken. Ook hierbij kunnen therapieën, die met emoties werken, heel ondersteunend zijn. Als je fawning hebt toegepast in een trauma-ervaring, dan is traumatherapie aangewezen om het trauma te verwerken.

Conclusie

De fawn-respons is een krachtige, maar vaak onbegrepen reactie op dreiging – zowel fysiek als sociaal. Ook bij sociale uitsluiting, afwijzing of pesten kunnen mensen geneigd zijn zichzelf aan te passen om erbij te blijven horen. Het is belangrijk om te erkennen dat dit gedrag voortkomt uit een instinctieve behoefte aan veiligheid en verbinding, en dus geen zwakte is, maar een slimme overlevingsstrategie van het brein. Door inzicht te krijgen in deze reactie, kun je werken aan herstel en het terugvinden van je eigen kracht. Professionele hulp kan hierbij waardevol zijn, zeker als schaamte of schuldgevoelens je herstel in de weg staan.

Veelgestelde vragen over fawning

Wat zijn de gevolgen van fawning voor je zelfbeeld en emoties?

Na fawning kun je last krijgen van schaamte, schuldgevoel en verlies van eigenwaarde. Je hebt je eigen grenzen genegeerd omwille van veiligheid, wat later tot innerlijke conflicten kan leiden. Herstel begint met het begrijpen van deze reactie en mildheid naar jezelf.

Wat is het verschil tussen fawning en sociaal wenselijk gedrag?

Fawning is een automatische angstreactie op dreiging, terwijl sociaal wenselijk gedrag meestal bewust wordt ingezet om aardig gevonden te worden of te voldoen aan verwachtingen.

Kan fawning ook optreden bij uitsluiting of pesten in een groep?

Uitsluiting, roddel of pesten binnen een groep worden door ons brein ervaren als dreiging. Dit is een sociale dreiging. Vanuit de evolutie kunnen we begrijpen dat dit hetzelfde wordt waargenomen als een fysieke dreiging (je had de groep nodig om te overleven). Dus ook sociale dreiging kan fawning activeren. Fawning kan dan optreden als overlevingsstrategie: je stelt je meegaand op om verbinding te behouden. Je past je dan aan om erbij te blijven horen en verdere afwijzing te voorkomen.

Wat is de rol van de amygdala bij fawning?

De amygdala activeert de angstrespons en schakelt rationeel denken tijdelijk uit, waardoor automatische reacties zoals fawning ontstaan.

Welke therapieën helpen bij herstel van de fawn-respons?

Therapieën zoals EFT, focussen, mindfulness en traumatherapie kunnen helpen om weer contact te maken met je eigen gevoelens en het zelfvertrouwen te herstellen. Het doel is niet om de fawn-respons af te leren, maar om jezelf beter te begrijpen en te ondersteunen bij herstel.

Verder verdiepen

Onderstaande blogs sluiten aan bij wat je hierboven gelezen hebt.

Bronnen

Voor wie zich verder wil verdiepen in de fawn-respons en traumaresponsen:

  • Brown, B. (2012). Daring greatly: How the courage to be vulnerable transforms the way we live, love, parent, and lead. Gotham Books.
    – Brené Brown beschrijft hoe schaamte en angst voor afwijzing diepe sporen nalaten, vooral bij sociale kwetsbaarheid. Ze noemt uitsluiting en schaamte als traumatische ervaringen.
  • Herman, J. L. (2016). Trauma en herstel : de gevolgen van geweld – van mishandeling thuis tot politiek geweld (vertaling Marion Op den Camp, Maxim de Winter & Marjolijn Stoltenkamp). Amsterdam, Nederland: Wereldbibliotheek. (Origineel gepubliceerd 1992 als Trauma and Recovery)
    – In haar baanbrekende werk over complex trauma komt het onderwerp van onderwerping, afhankelijkheid en please-gedrag in onveilige relaties veelvuldig aan bod. Ze benoemt fawning niet expliciet als term, maar beschrijft het gedrag onder afhankelijkheidsdynamiek en relationeel trauma.
  • Levine, P. A. (2010). In an unspoken voice: How the body releases trauma and restores goodness. Berkeley, CA: North Atlantic Books.
    – Levine beschrijft hoe trauma zich vastzet in het lichaam en hoe automatische responsen zoals bevriezing en onderwerping (submissie) ontstaan. Zijn werk biedt een lichaamsgerichte benadering van overlevingsstrategieën, waar fawning inhoudelijk onder valt.
  • Porges, S. W. (2011). The polyvagal theory: Neurophysiological foundations of emotions, attachment, communication, and self-regulation. New York, NY: W. W. Norton & Company.
    – Porges beschrijft hoe het zenuwstelsel onder dreiging social engagement kan inzetten als verdedigingsmechanisme. Fawning valt binnen deze strategie van appeasement. De polyvagaaltheorie van Porges erkent sociale afwijzing als activator van dreigingssystemen.
  • Van der Kolk, B. A. (2018). Traumasporen in lichaam, brein en geest: het herstel van lichaam, brein en geest na overweldigende ervaringen (vertaling van The Body Keeps the Score: Brain, Mind and Body in the Healing of Trauma).https://uitgeverijmens.nl/activiteiten/webinar-serietraumasporenhet-herstel-van-lichaam-brein-en-geest-na-overweldigende-ervaringen/ Eeserveen, Nederland: Uitgeverij Mens!
    – Van der Kolk schrijft over adaptieve responsen op trauma die sociaal gericht zijn en over het verlies van zelfgevoel bij langdurige overlevingsstrategieën. Hij noemt ook sociaal trauma bij bijvoorbeeld afwijzing. 
  • In de gedragsbiologie en evolutionaire psychologie zijn appeasement- en submissiestrategieën uitgebreid bestudeerd, vooral bij dieren. Deze studies leggen de biologische basis van fawning bloot:
    • de Waal, F. B. M. (2007). Primates and Philosophers: How Morality Evolved. Princeton University Press.
    • Sapolsky, R. M. (2017). Behave: The Biology of Humans at Our Best and Worst. New York: Penguin Press.
  • Walker, P. (2013). Complex PTSD: From surviving to thriving: A guide and map for recovering from childhood trauma. San Jose, CA: Azure Coyote Books.
    – Walker benoemt de fawn-respons expliciet als vierde traumareactie naast fight, flight en freeze. Zijn boek is toegankelijk geschreven en vooral gericht op mensen met complex trauma uit de jeugd.
  • Walker, P. (n.d.). The 4Fs: A trauma typology in complex PTSD.
    – In dit artikel geeft Walker een overzicht van vier overlevingsstrategieën (fight, flight, freeze en fawn), inclusief de dynamiek en gevolgen van elk type.