Leren om de wereld te vertrouwen

In de eerste anderhalf jaar van hun leven doen kinderen hun eerste ervaringen in de sociale wereld op. Bij warme, zorgzame ouders, resulteert dit in een gevoel van vertrouwen, en een innerlijke beeld dat de wereld goed is. Bij ouders die (emotioneel) niet beschikbaar zijn, of die verwaarlozend zijn, ontwikkelen kinderen een fundamenteel gevoel van wantrouwen, en ervaren ze de wereld als een onveilige plek.

Onderwerpen:

Foto: Caroline Hernandez

Ontwikkeling van een gevoel van identiteit vindt, volgens de ontwikkelingstheorie van Erik Erikson, plaats in een aantal fasen. In iedere fase krijgen we een ontwikkelingstaak die we moeten oplossen. Zo’n taak bestaat uit het oplossen van een spanningsveld tussen schijnbare tegenstellingen. In deze reeks bekijken we wat iedere fase inhoudt. Het begint bij het ontwikkelen van vertrouwen en hechting. Er zijn in totaal acht fases.

De eerste fase in het kort

Deze eerste fase van psychosociale ontwikkeling bestaat uit:

  • Tegenstelling: vertrouwen versus wantrouwen
  • Grote vraag: “Kan ik de mensen om me heen vertrouwen?”
  • Levensvaardigheid: hechting
  • Sociale interacties die belangrijk zijn: op consistente en betrouwbare wijze verzorgd worden en hulp en steun krijgen.

Volgens Erikson is het stadium van vertrouwen versus wantrouwen de belangrijkste periode in iemands leven omdat het je kijk op de wereld bepaalt.

Het belang van voorspelbare zorg

In deze eerste ontwikkelingsfase leren kinderen of ze de wereld wel of niet kunnen vertrouwen. De zorg die zij van hun ouders en andere volwassenen ontvangen is cruciaal voor het vormen van dit vertrouwen maar ook de basis van hun eigenwaarde. 

Kinderen die op voorspelbare, consistente wijze zorg en steun ontvangen wanneer zij hun behoeften kenbaar maken, en die getroost worden in tijden van stress, ontwikkelen daardoor een positief zelfbeeld: ze voelen zich de moeite waard om aandacht en liefde te krijgen. Tegelijkertijd ervaren ze dat anderen betrouwbaar en beschikbaar zijn om zorg en hulp te geven. Dit leidt tot een positief beeld van de ander. We noemen dit een veilige gehechtheid.

Omdat je als baby volledig afhankelijk bent van je verzorgers, is de kwaliteit van de zorg die je krijgt belangrijk. Als je huilt, zorgt je ouder of verzorger dan voor je? Kan hij zich goed afstemmen op wat je nodig hebt, of krijg je alleen een schone luier, terwijl je ook honger hebt? En wanneer je bang bent, is iemand er dan voor je om je te troosten? 

Ontwikkelen van ‘agency’

Belangrijk hierbij is dat de actie van je ouders goed getimed is, afgestemd en responsief is. Die timing (noemen we ook wel contingentie) is erg belangrijk. Doordat jouw gedrag bij hen een reactie uitlokt, ga je beseffen dat je invloed hebt op je omgeving, dat je impact hebt op de ander.

Dat resulteert in wat Stern, een bekende kinderpsychiater, “een gevoel van agency” noemt. Ontwikkelen van vertrouwen gaat samen met ‘agency’. Doordat je ervaart dat je invloed uit kunt oefenen, leer je dat je niet bent overgeleverd aan de willekeur van anderen. Andersom merkt je vader of moeder op dat hun kindje reageert op hun zorg en rustig wordt. Door de impact op elkaar voelen ouder en kind zich beiden gezien en erkend.

Agency is ook enorm belangrijk als we het hebben over de ontwikkeling van een gevoel van zelf sturing hebben in je leven, autonomie (in fase 2). Je leert dat je iets kunt doen om gehoord en gezien te worden. Dat is later in je leven, als volwassene, enorm van belang. Je pakt dan zaken op en weet dat je dingen in je situatie kunt veranderen ten goede.

Leren communiceren over behoeften

Als baby heb je maar beperkte mogelijkheden om je behoeften te communiceren. Huilen heeft daarin een belangrijke functie. Wanneer je huilt, probeer je aan te geven dat er iets nodig is. Of het nu gaat om voeding, veiligheid, een schone luier of een geruststellende knuffel. Door snel en adequaat te reageren op jouw huilen, wordt een basis van vertrouwen gelegd. Je zal dan ook later de ruimte voelen om je behoeften te communiceren en belang hechten aan wat je nodig hebt.

Wanneer consequent en op een voorspelbare manier aan je behoeften wordt voldaan, leer je dat je de mensen om je heen kunt vertrouwen. Als je echter genegeerd wordt in je behoeften, of er dan weer wel en dan weer niet aan wordt voldaan, zul je de mensen om je gaan wantrouwen. Kan ik wel op je rekenen? Ben je er voor me?

Conclusie

Als je als kind vertrouwen ontwikkelt, zul je je veilig en zeker in de wereld voelen en je kunnen hechten. Mantelzorgers die inconsistent en onbetrouwbaar zijn, emotioneel niet beschikbaar, of die je afwijzen, maken dat je gevoelens van wantrouwen ontwikkeld, maar ook een idee van niet de moeite waard zijn. Dit laatste kan leiden tot angst en het geloof dat de wereld onvoorspelbaar is. Leer je op jonge leeftijd vertrouwen op je ouders of verzorgers, dan zul je in je leven een vertrouwensrelatie met anderen kunnen opbouwen, meende Erikson.

Het gaat er niet om dat je altijd iedereen 100 procent vertrouwt. Voor een veilige hechting is ook een gezond wantrouwen noodzakelijk. Een succesvolle ontwikkeling van een levensvaardigheid draait er om een balans te vinden tussen de twee tegengestelde polen. 

Susan Vroemen
Mijn naam is Susan Vroemen en ik ben psycholoog in Utrecht. Ik werk vanuit de levensloop-psychologie. Dat betekent dat ik samen met je onderzoek hoe de gebeurtenissen en ervaringen in je leven je gevormd hebben en welke (hechtings)patronen je ontwikkeld hebt. En hoe je daarin kunt groeien. Zodat je steeds meer kunt leven vanuit je innerlijke kern.

Je bent van harte welkom met vragen rond de volgende thema’s:

Onderwerpen:

Meer lezen?
Susan Vroemen
Kan ik je helpen?

Bel gerust of vul het contactformulier in. Ik neem binnen twee dagen contact met je op.

Adresgegevens
Christiaan Krammlaan 2
3571 AX Utrecht

Werkdagen zijn maandag, woensdag, donderdag en vrijdag tussen 9.00-17.00 uur. Online afspraken zijn ook mogelijk.


    error: Content is protected !!